donderdag 30 april 2020

Naarmate de greep van de beschaving zwakker wordt

Boksen (links ik)
Er bestaan duizenden jaren oude vazen met afbeeldingen van vuistvechters erop.
Wat een mooie vazen.

Toen de beschavingen die de vazen maakten in verval raakten, verkwijnde ook het vuistvechten.

Naarmate de greep van de beschaving zwakker wordt
, houden mensen namelijk meer afstand van elkaar (vuistvechten is een vorm van nabijheid).
Pas in de zestiende eeuw dook het vuistvechten weer op in Engeland. Toen kreeg het de naam boksen.

woensdag 29 april 2020

Er zit een steekje aan hem los

Jezus
1.
Uit het huis van de linkerburen klonk de Matthäus Passion, het bekende oratorium over het lijden en sterven van Jezus. Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen.
Na een poosje klonk uit het huis van de rechterburen een lied ter ere van Mohammed.
 

2.
Ik probeerde iemand te ontlopen in de supermarkt. Het was niet gemakkelijk. Telkens als ik op een kruispunt van paden kwam keek ik eerst even om het hoekje van de stelling of diegene er aankwam. Als dat niet het geval was stak ik snel over.
 

3.
Waar het in Amerika aan ontbreekt is een oudheid. Die was er wel, maar die hebben ze, eh, te gronde gericht.
 

4.
Onlangs heeft iemand ontdekt dat J. een groot dichter is. J. heet G. van z'n achternaam. De ontdekker stuurde zijn ontdekking aan zesduizend mensen. Iemand die ook G. heet van achteren wilde weten of de dichter soms familie van haar was. 

5.
Sinds we bij de ingang van supermarkt in de rij moeten staan hebben we hier iemand die ons uitlacht. Hij wijst naar ons en begint te lachen: "Hahahahaha!"
Er zit een steekje aan hem los.
"Of zit er een steekje aan ons los?," vroeg M.

6.
Laurent Binet, schrijver van het boek Beschavingen, over Michel Eyquem de Montaigne (1533-1592): "Het probleem met Montaigne is dat hij persoonlijke belangen altijd voor het algemeen welzijn liet gaan. Toen hij burgemeester van Bordeaux was en daar de pest uitbrak, was zijn eerste besluit om de stad uit te vluchten."  

7.
We plaatsen een begrip waar we niet verder kunnen zien. 

8.
Een overmaat aan alles. Nergens evenwicht, of het moet het evenwicht van de tegengestelde overmaten zijn. Nu eens hoogmoedig, dan weer deemoedig. Nu eens een god, dan weer een worm, nu eens uitverkoren, dan weer verdoemd. Maar die tegenstellingen maken elkaar niet ongedaan. Ze heffen elkaar niet op. Het is dubbel gewicht. Het is zwaar.  

9.
M.: "De vader van Kim Jong-un, Kim Jong-il, stierf in 2011. Het schijnt zo te zijn dat de artsen hem niet durfden te vertellen dat hij dood was."

dinsdag 28 april 2020

I apologize humbly

"Lick" (1915-1990)
Er is er altijd eentje met wie het allemaal begonnen is en de geschiedenis weet hem altijd te vinden, hoe goed hij zich ook verstopt heeft.
Hier zijn drie korte stukken uit 1960, 1963 en 1968 van Joseph Carl Robnett Licklider die de wereld heeft veranderd:
1) Man-Computer Symbiosis, maart 1960. In: IRE Transactions on Human Factors in Electronics, Vol HFE-1, March, 1960, pp. 4-11;
2) Memo on the Intergalactic Computer Network, april 1963. Het betreft een memorandum voor medewerkers van het Advanced Research Project Agency (ARPA), waar "Lick" de baas was van de afdeling Behavioral Sciences Command & Control Research. Het memo begint als volgt: "First, I apologize humbly for having to postpone the meeting scheduled for 3 Mai 1963 in Palo Alto";
3) The Computer as a Communication Device, april 1968. In: Science and Technology: For the Technical Man in Management, No 76, April 1968: pp. 21-31 (co-auteur Robert W. Taylor (Xerox)).

maandag 27 april 2020

Luistert u nog wel?

In de beklaagdenbank zat een rups. Hij was verschrikkelijk dik en verschrikkelijk slecht (twee dingen die lang niet altijd samengaan).
Drie rechters (rupsen) bogen zich over zijn misdaden en kwamen tot een vonnis dat op plechtige wijze werd voorgelezen. Dit duurde erg lang omdat rupsen, nou ja, niet bijzonder vlug van aard zijn en tussendoor heel veel eten.
Ondertussen gebeurde er iets opzienbarends: de beklaagde veranderde in een cocon zonder poten, ogen, mond, oren, vleugels, antennes of wat dan ook.
“Luistert u nog wel?” vroegen de rechters.
Terwijl ze het vonnis langzaam en met volle mond voorlazen, werd de cocon van binnenuit opengemaakt als een zichzelf openend cadeau. Eruit kroop een mooi citroengeel vlindertje. Het strekte zijn nog natte vleugeltjes, droogde ze aan de lucht en begon door de rechtszaal te fladderen.
De vijftien rechters volgden het vlindertje nauwgezet. Toen kwamen ze eindelijk bij de slotzin van hun vonnis, bij de straf.
Maar de pasherborene, de citroengele, fladderde op adembenemend lichtvleugelige wijze door het open raam naar buiten, waar de zon scheen, waar het heerlijk rook en waar een zacht en buitengewoon vriendelijk briesje waaide.
En de rechters waren nog niet van hun verbazing bekomen, of ook zij begonnen allemaal in cocons te veranderen. En alle slachtoffers en alle advocaten en de griffier (een belangrijk functionaris) ook.
En het duurde niet lang – nou ja, eigenlijk wel lang – of allen fladderden door het open raam naar buiten, de heerlijke, geurige, warme zomer in, weet je wel.

zondag 26 april 2020

De afloop is allang bekend, alleen nog niet bij jou

De vijf grote techbedrijven hebben de wereld in een ijzeren greep.
De speelruimte voor de toekomst wordt daardoor steeds kleiner.
Geen verrassingen
, totale voorspelbaarheid – alle macht streeft daarnaar.
Het wereldgebeuren begint steeds meer op fictie te lijken, op het lezen van een boek of het kijken naar een film: de afloop is allang bekend, alleen nog niet bij jou.
Sommigen noemen dat spannend.

vrijdag 24 april 2020

Mijn IJsselgodje is schuw en laat zich nooit zien

Steegje in Genua
1.
Inschrijving aan de Dolce far Niente Academie kost maar € 899,- per jaar. Na drie jaar ontvang je je diploma. Je hoeft er niets voor te doen. Het geld is dus goed besteed. Met het diploma een sieraad kun je verder niets.

2.
Op ons terras broedt een
koolmees. De bouwvakkers mogen het broeden niet verstoren en moeten hun werkzaamheden uitstellen tot de jonge koolmeesjes zijn uitgevlogen. Zo is de wet. Wij Europeanen worden langzaam maar zeker weer kinderen van de natuur, nadat we lang spoken van god zijn geweest. Dat is een grote overgang. Maar: een overgang naar een toestand die nog in het geheugen van ons lichaam zit. Zoals je rolschaatsen of pianospelen nooit verleert, zo zul je het ook nooit verleren om natuur, om koolmees te zijn.

3.
Het lijkt wel alsof onze naasten meer waard worden nu ze kunnen doden met hun nabijheid (door het virus). Er is weer iets gevaarlijks, iets dreigends, iets avontuurlijks aan onze naasten.

4.
Ik lees de Genuese notities van professor Nietzsche. Net als Ilja Leonard Pfeijffer, die ook in Genua woont, is professor Nietzsche een meeslepend schrijver. Dat verhindert hem niet om zeer helder na te denken.

5.
Het onbenoembare, onzegbare, onzichtbare als hoogste ("goddelijke") instantie. Wat een
sluwheid. 

6.
Mijn IJsselgodje is schuw en laat zich nooit zien.
"Hoe kun je dan bewijzen dat je het geschapen hebt?" vroeg iemand met wie ik langs de IJssel liep.

7.
Elk kunstwerk geeft iets terug aan degene die het gemaakt heeft. Het werk verandert z'n koers, verruimt z'n innerlijk, verscherpt z'n blik of verdiept z'n inzicht (of haar). Zo geeft het kunstwerk de kunstenaar vorm.

Precies zo was het oorspronkelijk ook met de goden. De goden waren onze kunstwerken en gaven iets aan ons terug.
Maar toen gebeurde er iets vreemds. We meenden opeens dat zij ons gemaakt hadden in plaats van wij hen. Menen dat je door een god geschapen bent is net zoiets als menen dat je door de Matthäus Passion verwekt bent. Ik probeer al m'n hele leven te begrijpen hoe die omdraaiing toch mogelijk is geweest en hoe het kan dat die zo persisteert. 

8.
Het monotheïsme is een aanval op de autoriteit van de zintuigen. Op het horen, het ruiken, het zien, het voelen en het proeven. En op het gehoorde, het gerokene, het geziene, het gevoelde en het geproefde. 

9.
Als je wilt weten wat voor een indruk het monotheïsme op de antieke wereld maakte, dan hoef je alleen maar het achtuurjournaal aan te zetten en de huidige Griekse wanhoop en verbijstering over de havelozen uit het Midden-Oosten te bestuderen. Het drama van tweeduizend jaar geleden wordt daar als het ware
nagespeeld. 

10.
"Hij woont aan de overkant van het water."

11.
Overpeinzing van een muurkundige: als individu kiezen we, mogen we kiezen; de één zien we graag, de ander niet. Niet iedereen kan onze vriend zijn, zeggen we. Dat is zelfs onderdeel van onze trots, van onze eigenheid en menselijkheid. Waarom lukt ons dat in groepen toch zo slecht?

12.
Taal en werkelijkheid zijn twee verschillende werelden. In de wijsbegeerte is dat al heel lang bekend, het is zelfs een (betwist) cliché, maar nu is het cliché ook tot de president van de Verenigde Staten doorgedrongen. Niet tot ons voordeel.

donderdag 23 april 2020

Over roken en masturberen

Masturbatie op een antieke
Griekse vaas (detail)

Het Engelse dagblad The Guardian schrijft dat roken goed is tegen corona.

Het Engelse dagblad The Sun schrijft dat mastur-beren goed is tegen corona.
Deze inzichten heeft minister-president Rutte nog niet met ons gedeeld tijdens de persconferenties over corona, mogelijk uit consideratie met gebarentolk Irma Sluis.
Hoe moet zij "masturberen" uitbeelden zonder, nou ja, een deel van haar waardigheid te verliezen?

Bij het lustig erop los masturberen moet je wel uitkijken dat je wenkbrauwen niet te hard gaan groeien (een vriend van P. beweerde dat zijn wenkbrauwen waren gegroeid doordat hij teveel had gemasturbeerd
tijdens een periode van bedlegerigheid).

dinsdag 21 april 2020

Daar heb je de mensheid weer

Clematis
Het is een uur of zeven in de ochtend. Het zonlicht maakt een zachte landing op aarde (de zon strijkt liefdevol met haar hand over de aarde).
De schaduwen zijn zo lang als magere reuzen.
Het is stil, je hoort de blaadjes van de wingerd groeien. Ook hoor je hoe bloemen zich ontvouwen (vuistjes van kleur gaan open).
Daar is het koolmeesje weer.

Twiet!
Bouwvakkersschoenen met ijzeren neuzen beklimmen de luid rammelende steigers (de radio gaat mee omhoog).
Een generator begint te walmen.

Een cirkelzaag wordt gestart.

Alles schrikt en krimpt ineen (zelfs de schaduwen krimpen ineen). De wind vlucht weg. Een spinnetje rent vlug naar de rand van z'n web. De bloemen sluiten zich.
Daar heb je de mensheid weer.

maandag 20 april 2020

Koperen pannen en blikken trommels

Salvador Dali, 1974
De keuken van ons huis aan de R'laan te Z. kwam me voor de geest.
Ik woonde daar van m'n eende tot m'n elfde jaar.
Opeens zag ik die keuken weer voor me.
Nee, ik wás in de keuken, met de koperen pannen en de stapels borden op de planken en de blikken koektrommels hoog in de kast (waar ik niet bij kan omdat ik klein ben).
De huishoudster is er niet. Mijn moeder kookt.

Wat is ze jong.
Ik kom net van buiten, ik heb m'n rolschaatsen nog onder, met de ijzerbeslagen wieltjes.
"Heb je lekker gerolschaatst?" vraagt mijn moeder.
Ja, dat heb ik. M'n voeten tintelen er nog van.

En danpoef!ben ik weer terug in het hier en nu.
Het komt door de telefoongesprekken die ik dagelijks met m'n moeder voer vanwege de coronacrisis. Die brengen ons dichter bij elkaar dan de toegestane anderhalve meter. 
We zijn in overtreding.

Ons buurmeisje houdt van zichzelf

Fiets van het buurmeisje

zondag 19 april 2020

Wanneer regen op droge grond valt

Amsterdam, april 2020
1.
Petrichor is de naam van de geur die ontstaat wanneer regen op droge grond valt.
Het is de geur van de aarde.
Natuurlijk komt het woord uit het Grieks.
Πέτρα (petra) betekent steen.
Ιχωρ (ichor) betekent bloed van de goden. 

2.
P. wees me op de opmerkelijke vermeerdering van het aantal getekende fallussen op muren in de stad. 

Ik denk dat dit wordt veroorzaakt door de coronacrisis en de anderhalve meter.
Meisjes zijn verder weg dan ooit (namelijk anderhalve meter) en een vrijpartij is moeilijk te verwezenlijken.

woensdag 15 april 2020

O, wat heb ik een zin

O, wat heb ik een zin om naar de bioscoop te gaan. En naar een bomvol restaurant. En naar een uitverkocht concert. En naar een geweldig groot feest met geweldig veel mensen, dicht opeen gepakt. 't Is stampend druk op het feest. We staan schouder aan schouder, borst tegen borst, wang tegen wang. De drank vloeit. We drinken uit elkaars glazen. We eten van elkaars borden. Mondkapjes vliegen door de lucht en blijven hangen in de kroonluchters als slipjes. Het is zomer, het is warm. Er wordt gedanst en gezoend. Het is het feest van de monden, van de lippen, van de tongen (o, wat een gekronkel!). Er wordt ook gevochten. Sommigen gaan op de vuist van blijdschap. Ze geven elkaar rake klappen van pure vreugde. En in een hoekje zit Anderhalve Meter te verpieteren.

We reden ongelofelijk hard

We zaten in een boot. We maakten een pleziertocht over een rivier. Na een poosje dacht ik: "Wat gaan we hard!"
Ik liep naar boven, naar de kajuit, en ik zag dat we helemaal niet op een rivier voeren.
We reden op een snelweg.
We reden ongelofelijk hard, ML km/h.¹
Het leek wel of de andere voertuigen stilstonden.
De bestuurders van de andere voertuigen schrokken en verloren de macht over het stuur als ze onze enorme boot op zich af zagen komen in hun achteruitkijkspiegels. Vrachtwagens kapseisden, personenauto's botsten tegen bomen en vatten vlam (auto en boom vatten vlam).
Af en toe vlogen we uit de bocht. Dan reden we een stuk door het bos. Bomen braken als lucifers.
Even later kwamen we dan weer terug de snelweg op met veel gekraak en vernielingen. We veroorzaakten ongelofelijk veel ongelukken. We gingen steeds harder. Ik zag een blauw bord voorbij schieten met de naam van een stad erop. Vlak voor de stad stegen we op.  


¹ Droomduiding: ML is 1050 in Romeinse cijfers. We gingen dus echt hard! ML zijn tevens de initialen van Momentums laadklep, de gedichtenbundel van Jérôme Gommers waarover ik al eerder schreef. Zie hier de droomrecensie.

maandag 13 april 2020

Ik zat meteen rechtop in m'n stoel

Replica van Ray Kroc's eerste
McDonald's restaurant

In de krant stond een interessante zin over McDonald's de Amerikaanse fastfoodketen.

Er stond: "Er komt een tijd dat geschiedschrijvers zich zullen afvragen waarom westerse overheden in de 21-ste eeuw toestonden dat multinationals
schade toebrachten aan 99% van hun burgers." 
Ik zat meteen rechtop in m'n stoel.
Dat is het effect van zo'n zin.

zondag 12 april 2020

Hij heeft een nieuwe jas

M'n eerste selfie

Vandaag arriveerde er een nieuwe jas. Een man klopte op de deur van ons huis. Hij zette een grote doos met de jas erin voor de deur en rende weg.
Aanvankelijk leek het of er geen zakken in de jas zaten.
Wat is een jas zonder zakken? 

Ik was teleurgesteld, maar wat bleek? De zakken waren er wel, maar ze waren dichtgenaaid. Ik moest ze openmaken met een tornmesje. En die heb ik, want ik kom uit een geslacht van kleermakers. Als ik geen tornmesje had, zou ik geen goede zoon zijn.
De zakken zijn lekker diep. Er kan veel in. En ze zijn van sterke stof gemaakt. 's Avonds trok ik de nieuwe jas aan en ik ging erin naar buiten. De mensen in de buurt stootten elkaar aan en fluisterden: "Hij heeft een nieuwe jas." 
Ik
nam een foto van mezelf. Zoiets had ik niet eerder gedaan (ik vind het iets eenzaams om te doen).
Hierboven zie je m'n allereerste selfie (met de nieuwe jas en het nieuwe kosmopolitische overhemd).
 

¹ Brillen, sleutels, touwtjes, briefjes, munten, aanstekers, pennen, elastiekjesdat moet allemaal in de zakken van de jas.

zaterdag 11 april 2020

Hij knipperde op een interessante manier met zijn ogen

Hij had mooie rechte schouders, brede.
En mooi lang zwart haar.
En koolzwarte ogen die glinsterden van intelligentie.
Hij liep mooi.
Hij wist niet wie zijn vader en moeder waren.
Zijn oma was zachtaardig.
Je kon haar zachtheid gewaar worden door haar vermoeidheid heen.
Hij woonde samen met zijn vriendinnetje L.
Hij sprak nauwkeurig.
Hij zei nooit een woord dat hij niet zorgvuldig uitgekozen had.
Hij knipperde op een interessante manier met zijn ogen.
Als hij piano speelde kreeg hij de spanwijdte van een condor.
Hij werkte in de machinefabriek van J.'s vader op het industrieterrein.
J.'s vader riep hem bij zich in de directiekamer en zei: "Je moet je school afmaken."
Er werd gefluisterd dat hij een zoon van Albert Einstein was. Die kwam soms naar onze stad om een vriend te bezoeken.
Einsteins vriend woonde bij ons in de straat.
Hij was een psychiater.

Op een dag werd de vriend van Einstein vermoord door een patiënt.
Het silhouet van zijn dode lichaam was in krijt getekend op de vloer van het vertrek waar hij vermoord was.

donderdag 9 april 2020

Over het gedrag van onze minister van Financiën

Virtus Concordia Fideshet wapen van
de Leidse studentenvereniging Minerva

Onze minister van Financiën maakt ons te schande in het zuiden van Europa.
Ik begrijp dat hij behoedzaam moet zijn, maar behoedzaamheid en stijl zijn niet onverenig-baar.
Ik raad hem aan het boek Handorakel en kunst van de voorzichtigheid te lezen, waarover ik al eerder schreef.
Daaruit kan hij leren hoe hij op een hoffelijke manier nee kan zeggen. Het boek is geschreven door Baltasar Gracián, een Spaanse jezuït uit de zeventiende eeuw.
De minister van financiën mag nooit vergeten dat het Zuiden van Europa het Noorden iets heeft gebracht dat waardevoller is dan de centjes waar hij nu zo gierig mee doet, namelijk beschaving, finesse d'esprit, stijl. En ook olijfolie. En rode pesto. En groene pesto. En de woorden minister, financiën, praeses en Minerva.*

* De minister van financiën was vroeger praeses (voorzitter) van de Leidse studentenvereniging  Minerva.

woensdag 8 april 2020

Over de mens met een smartphone

Anderhalvemeterhond
Het valt me op dat één soort mens zich niet of heel slecht aan de nieuwe afstandsregel houdt, omdat deze soort mens niets ziet. 

Ik bedoel niet de blinde of slechtziende mens, maar de mens met een smartphone.
Kunnen de afstands-geleerden van het RIVM niet gelasten dat de openbare ruimte voor homo cum machina gedurende de coronacrisis verboden terrein is?
Of dat zij uitsluitend naar buiten mogen met een anderhalvemeterhond die de afstand bewaakt?
Of alleen op een speciaal uur, 's morgens heel vroeg, zodat ze tegen elkaar opbotsen in plaats van tegen mij?

Nieuw in het straatbeeld

                                           Mondkapje, liggend op de hoek van de Cruquiusweg
                                                      en de Veelaan in Amsterdam-Oost

dinsdag 7 april 2020

Enkele wereldleiders en ik

Berken
Sinds ik niet meer drink
nou ja, alleen op vrijdagavond en zaterdagavondsta ik geweldig vroeg op. Om een uur of zeven hou ik het al niet meer uit in bed. Sinds m'n jeugd ben ik niet meer zo vroeg opgestaan. Ik ben veel ongeduldiger dan vroeger. Dat wil zeggen: m'n lichaam is ongeduldig. M'n geest probeert de teugels aan te trekken, maar hup, daar galoppeert het paardmens al onder de douche vandaan en stormt de uitgestrekte grasvelden van de dag in. De vroege ochtend is heerlijk, vooral nu het zo mooi weer is. De zon komt op boven onze straat en degenen die in de straat zijnhardlopers, honden, wandelaarshebben lange schaduwen. Tot nu toe kende ik de lange schaduwen alleen van de ondergaande zon, niet van de opkomende zon! Ik ben speciaal naar buiten gegaan in de jas van Gorbatsjov.
Heb ik je wel eens verteld hoe ik aan de jas van Gorbatsjov gekomen ben? Wel, ik heb 'm van Gorbatsjov gekregen. Ik draag hem al meer dan twintig jaar, hij is tot op de draad versleten, om je dood te schamen, maar ik kan er geen afscheid van nemen.

Weet je nog wie Gorbatsjov was? Of moet ik je geheugen even opfrissen? Ach wat, bekijk het ook maar. Als je dat nu al niet meer weet, dan mag ik doodvallen of je hebt een geheugen als een zeef.
Weet je het nu weer? Dat is dan mooi, want hier komt het verhaal van m'n twee Russische kennissen W. en A. Dat wil zeggen, W. vertelde het verhaal, en A. zat er de hele tijd om te grinniken, zo geslaagd vond hij het. 't Had niet veel gescheeld of hij was van de stoel gevallen van het lachen, want hij had al een stevig slokje op, en niet van de thee, dat verzeker ik je. God mag weten wat voor een brouwsel daar in de samovar stond te pruttelen, thee was het in elk geval niet.
"Gorbatsjov mag dan volgens jou een groot en onvergetelijk staatsman zijn geweest, groter dan Napoleon, Caesar en Churchill bij elkaar opgeteld," zei W. tegen mij, "maar wij mogen nooit vergeten dat hij op een kwade dag de drank verbood."
"Inderdaad, dat mogen we nooit vergeten," viel A. hem bij, "hoe onmetelijk groot hij misschien ook als staatsman is geweest."
"Hoe groot ook," zei W.
En nadat het voor alle aanwezigen duidelijk was geworden dat die twee het in alle opzichten roerend met elkaar eens waren, vervolgde W. zijn verhaal aldus:
"'t Kwam zomaar op een mooie ochtend in zijn hoofd op, en de volgende dag was er al geen druppel alcohol meer te vinden in de supermarkten. Maar denk je dat wij Russen het erbij lieten zitten? Vergeet het maar. En hier is wat we erop vonden. Schrijf het maar op, want 't is een waardevol recept voor een voortreffelijk alcoholisch drankje en misschien komt het nog eens van pas, je weet het maar nooit. Hier is het recept: je gaat naar de supermarkt-zonder-drank en koopt daar een fles appelsap van drie liter. Die neem je voorzichtig mee naar huis. Thuisgekomen boor je een klein gaatje in het deksel van die fles, precies zo groot dat er een rijstkorrel door kan. Dan neem je een handvol rijst en druk je liefdevol de korreltjes erdoor, een voor een. Vervolgens ga je terug naar de supermarkt en koop je een rubberen handschoen. Die vind je makkelijk bij de schoonmaakmiddelen. De handschoen klem je stevig om het deksel met het gaatje erin, en dan zet je de hele constructie in een donkere, warme en rustige hoek van je huis. Verder hoef je niks te doen, behalve eens per week die fles met die rubberen handschoen van een afstandje te bekijken. De rijst begint te gisten, er ontstaat alcohol, en daarbij komt er een gas naar buiten waardoor de rubberen handschoen opgeblazen wordt."
Het was op dit punt, dat A. bijna van de stoel viel van het lachen want hij wist al wat er komen ging.
"Langzaam komt de handschoen overeind," vervolgde W., "en als hij rechtop staat en begint te zwaaien, heel melancholiek, als een Russische leider op het balkon van het Kremlin, dan is het drankje klaar en kan het feest beginnen. Wij noemen dit drankje: Groetjes van Gorbatsjov."
"Lang leve het Rode Leger, leve de Russische Revolutie!" riep daarop A. En hij begon het volgende gedicht te declameren, dat hij zelf geschreven had:

Witte berken
en Kremlin's muur.
Scheve ogen
en de Chinese muur.
En in Berlijn stond de Berlijnse muur.

En nadat hij dat ontroerende gedicht had voorgedragen ging A. ervandoor op de Russische manier, dat wil zeggen, hij kneep ertussenuit.
Dit alles gebeurde op de avond van de 24ste augustus van het jaar 1996 te Amsterdam, in het grote herenhuis van M., de gastheer.*
Nu ik 't toch over wereldleiders heb: een keer heb ik samen met Boris Johnson een treinreis naar Midden-Italië gemaakt, een mooie tocht van bijna vierentwintig uur. Winston Churchill was er ook bij. En bij professor Nietzsche heb ik een keer achter op de fiets gezeten.
Toen Z. (15) Boris Johnson voor 't eerst zag, riep ze uit: "O, wat een schatje."
Beterschap, Boris!
 

* Dit verhaal publiceerde ik eerder (in de vorige eeuw) in de Volkskrant.