Steegje in Genua |
Inschrijving aan de Dolce far Niente Academie kost maar € 899,- per jaar. Na drie jaar ontvang je je diploma. Je hoeft er niets voor te doen. Het geld is dus goed besteed. Met het diploma – een sieraad – kun je verder niets.
2.
Op ons terras broedt een koolmees. De bouwvakkers mogen het broeden niet verstoren en moeten hun werkzaamheden uitstellen tot de jonge koolmeesjes zijn uitgevlogen. Zo is de wet. Wij Europeanen worden langzaam maar zeker weer kinderen van de natuur, nadat we lang spoken van god zijn geweest. Dat is een grote overgang. Maar: een overgang naar een toestand die nog in het geheugen van ons lichaam zit. Zoals je rolschaatsen of pianospelen nooit verleert, zo zul je het ook nooit verleren om natuur, om koolmees te zijn.
3.
Het lijkt wel alsof onze naasten meer waard worden nu ze kunnen doden met hun nabijheid (door het virus). Er is weer iets gevaarlijks, iets dreigends, iets avontuurlijks aan onze naasten.
Ik lees de Genuese notities van professor Nietzsche. Net als Ilja Leonard Pfeijffer, die ook in Genua woont, is professor Nietzsche een meeslepend schrijver. Dat verhindert hem niet om zeer helder na te denken.
5.
Het onbenoembare, onzegbare, onzichtbare als hoogste ("goddelijke") instantie. Wat een sluwheid.
6.
Mijn IJsselgodje is schuw en laat zich nooit zien.
"Hoe kun je dan bewijzen dat je het geschapen hebt?" vroeg iemand met wie ik langs de IJssel liep.
7.
Elk kunstwerk geeft iets terug aan degene die het gemaakt heeft. Het werk verandert zijn (of haar) koers, verruimt zijn (of haar) innerlijk, verscherpt zijn (of haar) blik of verdiept zijn (of haar) inzicht. Zo geeft het kunstwerk de kunstenaar vorm.
Precies zo was het oorspronkelijk ook met de goden. De goden waren onze kunstwerken en gaven iets aan ons terug. Maar toen gebeurde er iets vreemds. We meenden opeens dat zij ons gemaakt hadden in plaats van wij hen. Menen dat je door een god geschapen bent is net zoiets als menen dat je door de Matthäus Passion verwekt bent. Ik probeer al m'n hele leven te begrijpen hoe die omdraaiing toch mogelijk is geweest en hoe het kan dat die zo persisteert.
8.
Het monotheïsme is een aanval op de autoriteit van de zintuigen. Op het horen, het ruiken, het zien, het voelen en het proeven. En op het gehoorde, het gerokene, het geziene, het gevoelde en het geproefde.
9.
Als je wilt weten wat voor een indruk het monotheïsme op de antieke wereld maakte, dan hoef je alleen maar het achtuurjournaal aan te zetten en de huidige Griekse wanhoop en verbijstering over de havelozen uit het Midden-Oosten te bestuderen. Het drama van tweeduizend jaar geleden wordt daar als het ware nagespeeld.
10.
"Hij woont aan de overkant van het water."
11.
Overpeinzing van een muurkundige: als individu kiezen we, mogen we kiezen; de één zien we graag, de ander niet. Niet iedereen kan onze vriend zijn, zeggen we. Dat is zelfs onderdeel van onze trots, van onze eigenheid en menselijkheid. Waarom lukt ons dat in groepen toch zo slecht?
12.
Taal en werkelijkheid zijn twee verschillende werelden. In de wijsbegeerte is dat al heel lang bekend, het is zelfs een (betwist) cliché, maar nu is het cliché ook tot de president van de Verenigde Staten doorgedrongen. Niet tot ons voordeel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten