vrijdag 3 april 2020

Het is moeilijk afscheid te nemen van kwellingen

Onder de gootsteen

1.
We hadden een lekkende keukenkraan.
Hij drupte de hele tijd en ik had geen zin om een nieuwe te installeren.
   

2.
Vroeger had ik een aannemerij met E..
E. was mijn compagnon.
Wij waren succesvol.
Wij verdienden veel geld.
Aan het einde van elke maand gingen wij naar de winkels.
O, en wij kwamen thuis met tassen vol

3.
E. kon loodgieten.
Mijn vader kon ook loodgieten.
Mijn vader vloekte onophoudelijk als hij op z'n rug in het kastje onder de gootsteen lag en dat doe ik ook. Als ik niet op tijd gestopt was met loodgieten was ik nu dood geweest. Dood van het vloeken. 

4.
Al het gereedschap is te groot in een gootsteenkastje.
Je ligt op je rug.
De moeren die je los draait vallen op je bril.
Het water drupt op je voorhoofd.
De ijzerzaag kan maar een centimeter vooruit en achteruit. 

5.
Wat een luxe is een niet druppende kraan!
De gewoonste dingen zijn een grote luxe. Toch hoor ik nog druppels vallen uit de nieuwe kraan. Maar ik zie ze niet in de gootsteen vallen. Het is m'n verbeelding die de druppels hoort vallen. M'n verbeelding zet het druppen van de kraan nog even voort. 't Is moeilijk afscheid nemen van kwellingen. Dat weet iedereen. 


 
Het druppelen van de oude kraan
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten