Het vlammetje Gods
|
De Panhard PL17 |
Ik was met m'n vader en moeder en al m'n
zusjes in de Panhard in Italië op vakantie. Ik zag een kale oude hond op een kerkplein in een
bergdorp. Hij werd door de dorpsjeugd in een hoek gedreven en bespot. Kun
je honden bespotten? Ja, dat kan. Worden honden daardoor gekwetst? Ja, dat worden ze. Toen hij geen kant meer op kon, werden hem – de hond – kleurige veren in de kont gestoken. Hij werd vrij gelaten en rende er vandoor
met de staart tussen z'n benen (en met de kleurige veren in z'n kont). En
de dorpsjeugd wees hem na en lachte hem uit. Ik voelde medelijden met de hond. Ik was helemaal tot de rand toe gevuld
met medelijden.
We gingen ook nog de dorpskerk in. Eén van ons liep de
kandelaar omver met het vlammetje Gods. M'n vader zei dat we beter zo snel mogelijk konden
vertrekken (voordat de dorpelingen merkten dat hun vlammetje Gods niet meer brandde). Terwijl we de berg afdaalden zag ik in de
achteruitkijkspiegels van de Panhard dat het hele dorp met hooivorken en stokken achter
ons aan kwam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten