maandag 17 februari 2020

Tijd is een ingrediënt

Aluminiumfolie
Ik kocht in een supermarkt 1 Chinese kool, een moot zalmfilet van 600 gram, een flesje sojasaus, een stukje verse gember van 3 centimeter, 1 grote sappige handsinaasappel en 400 gram basmatirijst die 8 minuten in ruim water moest koken en daarna nog 10 minuten moest staan met het deksel op de pan. Ik verwarmde de oven voor op 180 graden. Vervolgens deed ik ongeveer 6 liter water uit de kraan in een grote pan en zette het vuur er onder aan. Terwijl het water heet werd sneed ik de zalmfilet in 4 gelijke stukken. De stukken hoefden niet precies gelijk te zijn; ongeveer was goed genoeg, om een term te gebruiken van Engelse psychiater Donald Winnicot (1896-1971). Toen ik dat gedaan had mengde ik 4 eetlepels sojasaus met eenzelfde hoeveelheid water. 
Op dit moment trok ik een blikje bier open. Het smaakte goed, ondanks het feitja, het feitdat er geen alcohol in zat. 
Toen sneed ik de grote sappige handsinaasappel in 12 halvemaanvormige plakken van elk een ½ centimeter dik. Ook hier gold weer dat ongeveer goed genoeg was. Een meetlint of lineaal was niet nodig. Ik trok de bladeren van de Chinese kool, waste ze en depte ze droog. Ik legde vier glinsterende vellen aluminiumfolie naast elkaar op het werkblad, dat wil zeggen op de grote tafel in de eetkamer, die ook studeerkamer, woonkamer en televisiekamer is (wij hebben veel kamers), en in het midden van elk vel aluminiumfolie legde ik een grootbuitenstekoolblad waarna ik de rest van de koolbladeren erover verdeelde. Ik drukte de vier stapels koolbladeren met kracht plat, zodat het niet zo wiebelde. Op iedere nog nauwelijks wiebelende stapel koolbladeren legde ik een stuk zalm. En op elk stuk zalm legde ik 3 halvemaanvormige plakken sinaasappel. Daaroverheen goot ik het sojamengsel en ik vouwde het alumiumfolie dicht met de glinsterende kant naar binnen zoals professionele koks doen. De aldus ontstane pakketten legde ik op een bakplaat, die ik in het midden van de tot 180 graden verwarmde oven schoof, en ik zette de kookwekker op 22 minuten, want zo lang moesten de pakketten in de hete oven blijven.
Tijd is een ingrediënt.
Deze methode van bakken of stoven heet, zo las ik later, in het Frans en papillote en in het Italiaans al cartoccio. 

Op dit moment trok ik een tweede blikje bier open en ook dat smaakte weer goed, ondanks het treurige feit. 
Tegelijkertijd deed ik 200 gram basmatirijst in de grote pan met inmiddels kokend water en ik kookte de rijst 8 minuten, zoals voorgeschreven. Ik goot de rijst af in een vergiet, waarna ik hem* terugdeed in de pan en 10 minuten liet staan, ook zoals voorgeschreven. Ik vergat niet het deksel terug op de pan te doen. Ook schilde ik het stukje gember en sneed het met een vlijmscherp mes, dat ik even tevoren had geslepen, in zeer dunne reepjes. Ik verhitte een laag olie in een kleine pan en frituurde de gemberreepjes tot ze lichtbruin waren. Ik liet ze uitlekken op keukenpapier en serveerde ze, met de rijst, bij de zalmpakketten.
Zo bereidde ik op deze zestiende alcoholloze dag een in het ideale geval smakelijke maaltijd voor 4 personen, te weten mijn vrouw, mijzelf en onze twee dochters, waarvan er eentje op dat moment niet thuis was. In plaats van haar was er een gast uit hotel Z. die geen vis lustte. Snel maakte ik nog een tosti met kaas en ketchup. 

* Rijst is mannelijk 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten