woensdag 12 februari 2020

Ik ben geen vriend van mijn geweten

Guillaume Apollinaire (1880-1918)
Er zitten mensen op ons dak. Ze zijn dakdekkers. Ze boren in het beton.
Ze beginnen met boren om acht uur in de ochtend.
Dan ben ik al wakker. Ik ben een leeuwerik nu ik niet meer drink. 

Er zijn ook mensen die nooit alcohol drinken.
Het Franse woord voor alcohol is mooier. Het is: alcool
Ik drink nu twaalf dagen geen alcool. Ik heb zin in alcool. O, geef me toch een biertje! 't Is maar 5%!
Maar ik hou vol. Ik doe het voor m'n lever. Het is puur altruïsme. Ik heb m'n naaste lief.
Ik ga vroeg naar bed. Ik slaap als een roos. Ik word niet wakker midden in de nacht. Van de avond naar de ochtend is een reis zonder onderbreking. Ook droom ik niet. Ik ben een realist.
Kinderen, die dromen.
De droom is een ontsnapping uit de slaap. De droom stijgt op uit de slaap als een luchtbel van de bodem van de zee.

's Ochtends om acht uur zet ik mijn blote voeten op de harde houten vloer en daar is het realisme.
's Avonds kijk ik tv. 
Ik wil Alcools van Apollinaire gaan lezen maar m'n Frans is niet goed genoeg.
"Eigen schuld. Had je je tijd maar beter moeten besteden."
Dat is de stem van mijn geweten. Ik ben geen vriend van mijn geweten. Vrienden, daar heb je plezier mee.
 
"Et tu bois cet alcool brûlant comme ta vie. Ta vie que tu bois comme une eau-de-vie."¹
Apollinaire was een aristocraat. Hij verkeerde in de hoogste kringen.

¹ "
En je drinkt deze brandende alcohol als je leven. Je leven dat je drinkt als een eau-de-vie."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten