De grote golf bij Kanagawa door Katsushika Hokusai |
Ik overdrijf een beetje. De wereld is een gladde zee met kleine rimpelingen. Van die rimpelingen hoge schuimende golven maken – dat is de kunst van de overdrijving. Die kunst verstaat en beoefent iedereen, maar ik ken geen studie over de overdrijving als motor van (innerlijk) drama. Misschien moet ik die studie zelf maar schrijven. Ach nee, dat ga ik niet doen.
Het is goed om zo weinig mogelijk te doen. Om de aidos (αιδως) niet te schenden.
Aidos – niet te verwarren met schaamte, kuisheid of nederigheid – was de Griekse ingeving om goden, mensen en de natuur niet te beschadigen. Schending van de aidos (in de hybris) was een verschrikkelijk schouwspel voor wie aan aidos gewend was. De monotheïsmen moeten zo'n schouwspel hebben geboden voor de oude Grieken: geen eerbied voor de goden (behalve de eigen god), geen eerbied voor de mens (behalve de eigen mensen) en bovenal geen eerbied voor de natuur (het lichaam, de boom, de rivier, het dier). Mijn vermoeden – het Vermoeden van Mij – is dat daarin, in de hybris van de monotheïsmen bedoel ik, in de hybris van het Ene en Enige, de eerste oorzaak is te vinden van de verloedering van de planeet. Later meer hierover. Maar waar had ik het over? O ja, over tennis. O nee, over niet-drinken. Wat kan ik erover zeggen na één dag geen alcohol?
Niks.
0.0.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten