dinsdag 30 augustus 2022

M. en ik deden alsof we geen ruzie hadden

Het ziekenhuis zag er nieuw uit van binnen met witte muren en blauwe deuren. Wit en blauw zijn de medische kleuren en rood is de kleur van het bloed.
"Nieuw?" vroeg de receptioniste.
"Ja, nieuw."
Zij had een tatoeage op haar arm. Zij liep voor mij uit. Voor óns uit, moet ik zeggen, want M. (49) was mee.
Liggende zieken werden door de gang geduwd op bedden op wieltjes.
Zelf lopende zieken duwden wiebelige kapstokken voor zich uit met één of meerdere doorzichtige plastic zakken eraan. Via doorzichtige slangen stroomde vocht uit de zakken in de zieken.
De receptioniste bracht ons naar een kamertje waar wij wachtten.
M. en ik hadden ruzie. Op de fiets, op weg naar het ziekenhuis, hadden wij niet genoeg tijd gehad om de ruzie uit te vechten, dus wij waren niet spraakzaam.
De ruzie ging over een vorige avond. Zij, M., vond het een hele gezellige avond en ik vond van niet.
Zoals altijd waren onze standpunten door het ruziën verder uit elkaar komen te liggen.
Toen kwam degene binnen met wie wij een afspraak hadden.
M. en ik deden alsof wij geen ruzie hadden.
Ik had de indruk dat wij daar goed in slaagden.

[wordt vervolgd]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten