zondag 10 mei 2020

Het individualisme is bedacht om nylonkousen te verkopen

Individualisme
Er was gedoe over de 4-mei lezing van Arnon Grunberg. Ik begreep het gedoe niet goed, want de begrippen vlogen door de lucht als veren in een kippenhok.
Ik heb de lezing er maar bij gepakt.
De passage waar het, denk ik, om gaat is die waarin de schrijver Primo Levi citeert: "Ik kan niet begrijpen, niet verdragen dat men een mens niet beoordeelt naar wat hij is, maar naar de groep waar hij toevallig toe behoort."
Net als Primo Levi wil ook Arnon Grunberg graag dat de mens als een individu behandeld wordt. 

Maar dan moet de mens zich eerst als een individu gaan gedragen. En dat doet de mens niet. Primo Levi niet, Arnon Grunberg niet, niemand niet. Maar de mens wil het heel graag, dat is waar. Maar de mens doet het niet.¹
In afwachting van het moment waarop de mens zich als individu gaat gedragen, wil de mens wél dat de anderen alvast doen alsof hij een individu is. Hij wil dolgraag alvast zo behandeld of beoordeeld worden.
Nergens is dit diepe en raadselachtige verlangen zo goed begrepen als in de reclamewereld. Om met de beroemde reclamejongen Don Draper te spreken: "What you call individualism was invented bij guys like me, to sell nylons."
Waarom wil iemand zo graag een individu zijn, uniek, de enige, the one and only, één in zijn soort? Dit is een interessante vraag waarop ik geen antwoord heb. Ik ben het nog aan het onderzoeken.² Wel weet ik dat het eerste individu nog geboren moet worden (het is de vraag of het een aangenaam mens zal zijn). In de tussentijd moeten we genoegen nemen met nylons. Je hebt ze tegenwoordig ook voor mannen, las ik.  

¹ Wel worden er soms pogingen tot individualisme gewaagd. Dit kippengefladder noemen we kunst.
² Meer hierover in m'n wijsgerige hoofdwerk Het Niets, het Ene, het Vele en Alles, te verschijnen bij uitgeverij Opera Non Scripta, d.d. quarante jours après jamais.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten