donderdag 12 mei 2022

Over afdwalen

Ik zag een cruiseschip ontmeren¹ aan de Veemkade. Ik zette de pas erin om het grote schip te zien keren midden op het IJ.

Ik snelde over de Verbindingsdam die vol stond met fluitekruid. A.'s moeder zei: "Van de ene op de andere dag is er overal fluitekruid, en van de ene op de ander dag is het straks ook weer verdwenen."

a
Je moet fluitekruid niet verwarren met bereklauw.
Overal lag knisperige iepensneeuw, ook wel iepenconfetti genoemd.


En voort, langs de Hut op Kippenpoten. Zo noemde S. vroeger het hutje halverwege de trap aan de achterkant van het voormalige Havenarbeidsreservegebouw op het Java-eiland.

Zie je, dat hutje staat op kippenpoten!
Ken je De Hut op Kippenpoten (Baba Yaga) uit Moussorgski's Schilderijententoonstelling?
Moet je horen:


Maar waar had ik het ook weer over?

¹ Het juiste maar ongebruikelijke woord ontmeren betekent: het losmaken (en wegvaren) van een schip. Het omgekeerde is afmeren of aanleggen (het vastmaken van een schip aan de kade of aan een boei). Aanmeren is volgens sommigen een onjuiste samenstelling van afmeren en aanleggen. Maar volgens anderen, waaronder het gezaghebbende Genootschap Onze Taal, zijn aanmeren en afmeren allebei goed. In scheepvaartkringen is meren de gebruikelijke term. In het Binnenvaarpolitiereglement (bijvoorbeeld) komen de woorden afmeren, aanmeren en ontmeren niet voor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten