donderdag 23 december 2021

Over klimaat, geloof en water

In de geschiedschrijving van het monotheïsme¹ komt zelden de kwestie van het klimaat (de hitte) ter sprake.
Een mens is een organisme dat voor het grootste deel uit water bestaat.
Water en levende wezens die grotendeels uit water bestaan gedragen zich anders bij 50° Celcius dan bij 25° Celcius.
Ik heb bij islam, jodendom en christendom vaak de indruk gehad van oververhitting, uitdroging, shock.
We moeten regenwolken sturen naar de woestijnen waar het fanatisme van het Ene en Enige
¹ is ontstaan (en nog ontstaat).
Koelte is de natuurlijke vijand van elke vorm van fanatisme. Hier het gedicht Water van Philip Larkin, alsjeblieft:

                              Als ik erbij geroepen werd
                              om een religie op te zetten
                              zou ik daar water voor gebruiken.                      

                              Om bij de kerk te komen
                              zou men door water moeten waden
                              naar droge, nieuwe kleren.

                              Mijn liturgie zou beelden
                              van onderdompeling bevatten,
                              een woest en vroom doordrenken,

                              en ik zou in het oosten
                              een glaasje water heffen
                              waar licht uit alle hoeken
                              zou samenkomen, eindeloos.²

¹ Uit het nietsontziende transcendentale monopolisme dat we "monotheïsme" noemen komt het nietsontziende economisch monopolisme dat we "kapitalisme" noemen mentaal gezien rechtstreeks voort. Of misschien is het nauwkeuriger om te zeggen dat het monotheïsme en het kapitalisme uit een en dezelfde bron zijn voortgekomen.
² Uit: Maatstaf, jaargang 30 (1982) / J. Eijkelboom / Vier vertalingen naar Philip Larkin

Geen opmerkingen:

Een reactie posten