In het café mogen wij op alle barkrukken gaan zitten behalve op één. Die is namelijk van R.
R. komt elke dag om ongeveer dezelfde tijd, hij draagt een donkere zonnebril (donkerder naarmate het lichter wordt), en hij drinkt altijd hetzelfde (zoals de meeste mensen).
Wanneer hij in ongeveer tweeënhalf uur ongeveer zeven glazen van hetzelfde heeft gedronken gaat hij weg.
Zijn huis is vlakbij. Wij weten niet welk huis het precies is en wij weten natuurlijk ook niet hoe het huis er van binnen uit ziet.
Vandaag ving R. per ongeluk een glimp van zichzelf op in een spiegel. Daardoor moest hij weer denken aan vroeger. Hij zegt hierover (over vroeger): "Ik was op weg naar de top. Ik had talent en een verlangen naar macht. Ik vloog elke week naar New York. Ik droeg mooie pakken met glanzende schoenen en kostbare goudkleurige stropdassen. Ik droeg streepjeshemden met ingelegde manchetten in de knoopsgaten. Al die kledingstukken stonden mij goed. Op de lippen van vrouwen verscheen vanzelf een glimlach wanneer ze mij zagen. Mijn auto was een zwarte Maserati Quattroporte en mijn vrouw was een fotomodel uit Moskou."
Wij hebben het verhaal al honderd keer gehoord.
"Soms reed ik door de straten van de stad, in mijn Maserati Quattroporte, in mijn mooie pak, met de gouden stropdas om en met een hand op het been van mijn Moskouse fotomodel, en dan voelde ik mij precies zo gelukkig als mijn ambitie mij toestond. Ik vond het fijn om afgunst te zien in de ogen van anderen. Afgunst wakkerde trots en strijdlust in mij aan. Ik werd sterker van elke vorm van vijandigheid."
Wij kennen het verhaal uit ons hoofd. Nu komt het gedeelte met de gevoelige snaar en de tranen.
"Ik voelde mij altijd en overal op mijn gemak, als een heerser. Behalve wanneer iemand aardig voor mij was. Dan voelde ik mij opeens een kleine jongen. Het raakte een gevoelige snaar in mij. Het was dan net alsof er in god-weet-wat voor een diepe laag van mij tranen begonnen op te wellen. Ik was er altijd in geslaagd om korte metten te maken met de tranen, maar op een dag had ik geen kracht meer om tegen ze te vechten. En daar kwamen ze, midden in een vergadering of tijdens een redevoering of tijdens een zakendiner. Dan voelde ik de gevoelige snaar trillen."
Hoe kan iemand honderd keer hetzelfde verhaal vertellen, en toch elke keer denken dat hij iets nieuws vertelt? K. zegt: herhaling is de wet en het geheim van de geschiedenis. Herhaling is troostrijk en herhaling is als vergetelheid. Ik geloof dat hij daar gelijk in heeft. Nu komt het gedeelte met de zonnebril.
"Ik moest een zonnebril opzetten om mijn betraande ogen te verbergen. Ik kocht de beste en duurste zonnebril die er te koop was. Dit was een Ray-Ban. Ik zette hem op en deed hem niet meer af. Mijn personeel begon te fluisteren dat mijn schouders de weelde van het succes niet konden dragen, dat ik aan de drank was, dat mijn fotomodel weggelopen was, dat ik schulden had. Wat gefluisterd wordt is zeer krachtig. Maar de eenvoudige waarheid was dat ik mijn tranen niet meer kon bedwingen. Verder ging het heel goed met mij. Het kon niet beter, de tranen niet meegerekend."
Aan zijn mooie stem is nog te horen dat hij vroeger een belangrijk man was.
*
Een
tijdje geleden vond ik een stapel krantencolumns terug die ik
eenentwintig jaar geleden, in het jaar 1999, schreef. Ze gingen over een
café
waar ik toen wel eens kwam en over enkele mensen die daar ook wel eens
kwamen. Ik was de columns vergeten. Omdat ze zoete en bittere
herinneringen bij me oproepen, wil ik ze graag opnieuw publiceren hier
op Eeuwige Bouillon.
Dit is de vierde column. Als m'n nieuwe pc er is - de oude is ontploft - ga ik weer verder met de achtdelige serie Zeven dagen in Normandië.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten