Naast me op de kamer lag een oude bokser, een grappenmaker.
Hij zei: "Ik was zo sterk, als ik je een soejang gaf en ik miste, had je altijd nog een longontsteking door de wind."
De wind die werd veroorzaakt door zijn voorbijsuizende vuist, bedoelde hij.
Door het grote raam van onze kamer zagen we een betoverende gouden zonsondergang en we aten bami met kipsaté en kroepoek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten