Cien años de soledad (uitsnede uit het omslag van de eerste druk) |
In 1986 las ik een boek dat alle boeken die ik tot dan toe had gelezen overtrof. Het was Liefde in tijden van cholera van Gabriel García Márquez (ik schreef er al eerder over).
Ik kocht het op een vroege ochtend met gepast geld in boekhandel Athenaeum. Ik begon er in te lezen en toen ik het 's avonds uit had merkte ik dat het veel te laat was om nog boodschappen te doen. In die tijd gingen de winkels om zes uur 's avonds dicht en pas 's ochtends om negen uur weer open.
Ik had niks gemerkt van het verstrijken van de uren. Als er in plaats van uren jaren voorbij waren gegaan had ik ook niks gemerkt, want nooit daarvoor had ik me zo verloren in een boek, en ik verbeeld me dat de twee hoofdpersonen Florentino Ariza en Fermina Daza zich mij herinneren uit die lang vervlogen tijd dat ik bij hun op bezoek was.
Die avond kwam W. bij mij langs. Ik had afwezig de deur voor hem open gedaan omdat ik nog met mijn gedachten bij het boek was.
"Ken je Honderd jaar eenzaamheid?," vroeg hij.
Die titel kende ik natuurlijk. Het klonk verschrikkelijk eenzaam en ik nam me voor om dat boek te gaan lezen als ik oud was.
Twee weken geleden herinnerde Honderd jaar eenzaamheid me aan mijn voornemen van destijds. Het was het enige overgebleven boek in de verder helemaal leeggehaalde en in dozen verpakte bibliotheek van O., die met meeneming van al zijn boeken ging verhuizen naar een ander continent.
"Mag dit boek achterblijven op het onze?" vroeg ik.
Die avond begon ik te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten