Hij keek opzij |
Ik kwam nauwelijks vooruit.
Het scheelde niet veel of ik ging achteruit.
Toen kwam er een meeuw naast me vliegen, precies op ooghoogte.
Hij keek even opzij.
We praatten wat (ik spreek een beetje meeuws).
Een meter of twintig ploeterden we samen op.
Toen zwaaide hij af.
Later, op de terugweg, zag ik hem vliegen boven het IJ.
Maar dat kan ook een andere meeuw geweest zijn.
Ze lijken allemaal op elkaar (niet racistisch bedoeld).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten