De Engelse Reet |
Het was een oud Amsterdams café, met wit zand op de houten vloer.
"Wat zal het zijn?"
De ober was een in zwart-wit gestoken oudere heer, geoefend in het omgaan met de dorstigen.
"Schenkt u Stella Artois?" vroeg ik.
Nee, dat had hij niet.
Ik zei dat ik Stella Artois – sinds 1366 – zo'n mooie naam vond, dat het zo'n mooi flesje was, dat René Descartes het ook al dronk en dat het in Engeland werd aangeprezen met de slogan reassuringly expensive (geruststellend duur).
Ik dacht: als ik er maar lang genoeg over praat, dan hebben ze het misschien toch.
Maar nee, had hij niet
"Doe dan maar twee biertjes van de tap," zei ik.
De ober bracht ze en wij sloegen ze in één keer achterover, zo'n dorst hadden we.
Oef, wat smaakte dat goed!
Degene met wie ik daar was – een zakenman – vertelde dat hij op zijn veertiende het huis uit was geschopt door z'n ouders. Hij had daar zeer onder geleden. Nu, op zijn vijfenvijftigste, was hij, aldus z'n psychoanalytica, "eindelijk klaar om het huis uit te gaan."
Toen verscheen de ober weer aan onze tafel. Hij had gezien dat onze glazen leeg waren maar onze dorst nog niet gelest.
"Nog twee Stella's dan maar?" vroeg hij.
¹ Steeg, kier, kloof.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten