Langs het IJ naar huis |
Ik was naar de stad om een boek te kopen. Ik fietste via het Waterlooplein en de Munt.
Ik kon zonder gevaar door het rood en het groen van de stoplichten fietsen alsof het nacht was of oorlog (oorlog heb ik niet mee-gemaakt maar nacht wel).
Ik kon op de Wibautstraat gaan liggen.
In boekhandel Athenaeum op het Spui was één klant.
Dat was ik.
Ik hield anderhalve meter afstand tot het winkelpersoneel.
Tot de boeken hoefde ik geen afstand te bewaren. Ik pakte het boek dat ik wilde kopen uit de kast en rook eraan. Het is goed om aan boeken te ruiken. Als de geur je niet bevalt kun je het beter niet kopen. Het boek rook lekker en ik kocht het.
Ik fietste terug naar huis via de Dam en het Centraal Station en langs het IJ. Er kwam vanzelf een lied van Ramses Shaffy in m'n hoofd en ik zong het.
Het is stil in Amsterdam,
de straten zijn verlaten,
oho, ohoho!
De zon scheen en het rook lekker. Het was lang geleden dat de stad zo mooi en helder was op klaarlichte dag en zo geurig en stil en zacht onder de voeten bijna als mos.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten