dinsdag 6 februari 2024

11 / In deze morele stilte is het monster van deze "oorlog" gegroeid

Pforzheim 1944

Hier zijn woorden uit de Talmoed: "Wie één mens doodt, doodt een hele mensheid."
Deze woorden stammen uit de vroege joodse diaspora.
Ongeveer tweeduizend jaar hadden de joden geen eigen staat. Zij hadden
geen leger, geen wapens, geen gevangenissen.
Zij verweerden zich met hun woorden.
Sinds 1948 hebben zij een eigen staat.
Aan staten zijn Talmoedische wijsheden niet besteed. Een staat moet bereid zijn om te doden.

In Gaza is het doden ontaard.
Hoe kon het zo misgaan
?
Hier zijn zeven mogelijke antwoorden:
Door de inherente gewelddadigheid van het monotheïsme.
Door het gebrek aan zelfspot en gevoel voor humor in het monothe
ïsme (hierover later).
Door het hiermee samenhangende absolutisme 
en de compromisloosheid van het monotheïsme (er is maar één god, er is maar één gelovige, er is maar één waarheid).
Door onervarenheid met het runnen van een natiestaat.¹
Door de agonie van de holocaust en de schaamte.
Door het Oude Testament (hierover later meer).
Door de delusie van het uitverkoren-zijn die karakteristiek is voor het monothe
ïsme, net als de delusie van het gedoemd-zijn, wat hetzelfde is maar dan omgekeerd.
Door
het morele vacuüm na de holocaust.
Want na de holocaust was kritiek op Israël en op het oude volk iets onmogelijks.
Dit onmogelijk-zijn van kritiek was begrijpelijk maar schadelijk. Er was daardoor ook geen Israëlische en joodse zelfkritiek.
In dit morele 
vacuüm (in deze morele stilte) is het monster van deze "oorlog" gegroeid.
Wordt vervolgd.
 

¹ Een zekere Asher Zvi Hirsch Ginsburg (1856-1927) schreef hierover al in 1891, na een bezoek aan de joodse gemeenschap in Palestina: "(De joden) moeten de woede van de inheemse bevolking niet opwekken door hen kwaad te doen. We moeten voorzichtig zijn in onze omgang met een vreemd volk onder wie we zijn teruggekeerd om te leven, deze mensen met liefde en respect behandelen en, onnodig te zeggen, met gerechtigheid en gezond verstand. En wat doen mijn broeders? Precies het tegenovergestelde! Ze waren slaven in hun diaspora, en plotseling vinden ze zichzelf met onbeperkte vrijheid, wilde vrijheid die alleen een land als Turkije (het Ottomaanse Rijk) kan bieden. Deze plotselinge verandering heeft despotische neigingen in hun hart geplant, zoals altijd gebeurt met voormalige slaven 'eved ki yimlokh (wanneer een slaaf koning wordt). Zij behandelen de Arabieren met vijandigheid en wreedheid, slaan hen schandelijk zonder voldoende reden en scheppen zelfs op over hun daden. Er is niemand om de vloed te stoppen en een einde te maken aan deze verachtelijke en gevaarlijke neiging (...)." (Bron: Wikipedia)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten