M. vertrok in de vroege ochtend uit Wenen¹ en arriveerde twee uur later in Amsterdam alsof er geen afstanden bestaan (alsof Amsterdam en Wenen gewoon naast elkaar in een weiland liggen).
Steunend op zijn kruk² wandelde hij binnen in het restaurant aan de overkant van het water³, waar we hadden afgesproken.
Zoals gebruikelijk ontstond er een lichte opwinding onder de in het restaurant aanwezige meisjes en vrouwen bij het zien van hem.
Terwijl we aten voer een reusachtig schip langs het restaurant. Nooit eerder voer zo'n reusachtig schip zo dicht langs ons.
Anders dan voorheen gingen wij na de maaltijd niet tot diep in de nacht aan de bar zitten drinken en roken en praten. Door het voorgoed of tijdelijk wegvallen van al onze tijdrovende verslavingen en het daardoor ontstaan van nieuwe zeeën van tijd (en nieuwe kusten en nieuwe stranden) moeten M. en ik ons anders gaan verhouden tot de tijd. Wij doen daartoe op kleine schaal experimenten.
¹ Ook wel, terecht, Stad der Dromen genoemd.
² De kruk is een geliefd voorwerp van Salvador Dalí ("For Dalí the crutch is first and foremost a symbol of reality and an anchor in the ground of the real world").
³ Het water van het IJ om precies te zijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten