Leon Vapnick |
"Op een ochtend hebben we de hele zaak zonder te lezen ondertekend, voordat we in de trein stapten."
Het is 1962.
John Lennon en Paul McCartney zijn ongeveer zo jong als M. (19) nu is.
Ze hebben hun eerste hit geschreven, Love me do.
En ze hebben net hun handtekeningen gezet onder een door Brian Epstein (28) en Leon Vapnick (42) opgesteld contract dat ze voor de rest van hun leven berooft van het eigendom én een groot deel van de inkomsten van al hun liedjes.
Brian Epstein was hun manager. Leon Vapnick was een muziekuitgever die ze nog nooit eerder hadden gezien.¹
"John en ik wisten niet dat je liedjes kon bezitten. We dachten dat ze gewoon in de lucht bestonden. We konden begrijpen dat je een huis, een gitaar of een auto kon bezitten. Maar een liedje?"
¹ Desondanks schrijft Mark Lewisohn: "Leon Vapnick gaf de helft van zijn claim op de auteursrechten en de helft van zijn inkomsten weg aan John Lennon en Paul McCartney (sic!)" – Uit: Mark Lewisohn, The Beatles, All these years, Volume 1, Tune in, 2013, uitgeverij Crown Archetype (Random House), New York, p.794.
Uit de serie Zeven dagen in Normandië
Geen opmerkingen:
Een reactie posten