Gouden hoed |
Het is zo warm dat het stil is.
Een poes ligt in de schaduw op straat als een hond.
Zij ligt languit met haar poten gestrekt naar voren.
Naast haar komen gevleugelde mieren uit de grond omhoog.
Met haar poot duwt zij voorzichtig tegen een miertje aan.
De mieren gaan hun bruidsvlucht vliegen.
De hoogst vliegenden zijn de gelukkigen, ongeveer als in het gedicht van Thomas Parke d' Invilliers¹:
Draag dan de gouden hoed, als dat haar zal vermurwen.
Als je hoog kunt springen, spring dan ook hoog
voor haar. Tot ze roept: 'Geliefde, goudgehoede
hoogspringende geliefde,
Jou moet ik hebben!'
Na afloop knagen de mieren zelf hun vleugels af; ze sterven soms al in de lucht.
¹ Pseudoniem van F. Scott Fitzgerald. Het oorspronkelijke gedicht gaat zo: Then wear the golden hat, if that will move her; / If you can bounce high, bounce for her too, / Till she cry "Lover, gold-hatted, high-bouncing lover, / I must have you!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten