Vanmorgen stond ik op met negatieve gedachten.
Er was geen enkele reden voor zulke gedachten.
Het was prachtig weer, koel nog, maar met een belofte van hitte in de lucht.
Ik had er zin in.
Waarin?
Dat weet ik niet precies.
Ik had er gewoon zin in.
En toch dacht ik de negatieve gedachten.
Het deed me op een of andere manier plezier.
Het viel me op, bij het vroege opstaan, dat er geen vogels te horen waren. Wel hoorde ik het stromen van het verkeer over de ringweg, in de verte. Het leek net een rivier.
Bij K., die aan de rand van een weiland in een bos woont, maken de vogels 's ochtends zoveel lawaai dat je wel kunt spreken van een concert. Vroeger stonden er koeien in het weiland, maar de boer heeft een hersenbloeding gehad en nu heeft hij al zijn koeien weggedaan. Daardoor hoor je geen geloei meer, wat jammer is, vind ik. (F. heeft gezegd dat koeien gebouwen zijn).
De boer kijkt nu de hele dag tv.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten