Er was niemand. Het was stil in huis. En ook op straat. Er reden geen bussen. En geen auto's. En geen fietsers. Er klonken geen stemmen. En lege winkels. Het enige wat hij hoorde was het gekolder van meeuwen in de haven.¹ En het klapperen van een vlag. Hij deed de computer aan. Daar was iedereen.
¹ Zo heet dat, gekolder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten