zaterdag 13 maart 2021

Het rook lekker naar wind die van ver komt

Ik ging lopen (wandelen is ouwelijk).
De avondklok was al ingegaan. Het was ver na negen uur. Toch ging ik lopen. Ik had geen zin meer om thuis te blijven. Het waaide en het rook lekker naar wind die van ver komt.
Ik was alleen op straat (er was een avondklok). In de verte draaide een politieauto de kade op. Ik had geen geldige reden om op straat te zijn en dus verstopte ik me in een portiek. M'n hart bonsde. Vanuit het donkere portiek zag ik de politieauto voorbij rijden. Ik wachtte een poosje en liep verder langs het water.
Toen kwam de politieauto er weer aan. Ik dook het trappetje af naar de steiger waar iedereen 's zomers zwemt en verstopte me tegen de kadewand. Het bonsde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten