dinsdag 16 maart 2010

Al wat uit de toon viel

Huishouden van Jan Steen (Soo voer gesongen,
soo na gepepen
, Jan Steen ca. 1609)

Ik was bij iemand die zijn huis had laten inrichten door de ontwerper Jan des Bouvrie.
Hij is de Nederlandse ideoloog van het wit, van de openheid, de leegte, het weinige, het transparante, het "tijdloze".
Hij schafte de geborgenheid af, de beslotenheid van de ruimte, het huis als schuilplaats, als hol.
Hij schafte de rommel af, de janboel, het nutteloze, het versletene, de tijd.
Hij rekende af met Jan Steen.
Hij introduceerde een schoonmakersesthetiek.
Hij sloot het lelijke buiten, het compromis, het onbekende, het geheimzinnige, het ondoorzichtige, het vreemde, het ontroerende, het ontbrekende.
Hij introduceerde de bekrompenheid van het ensemble, waardoor al wat uit de toon viel in de kelder of bij het vuil belandde (overwinning van het oog op de tast, van de abstractie op het concrete, van het schema op het ding, van de geest op het lichaam, van het ongemak op het gemak).
Hij is de schepper van de leegte die men “het moderne interieur” noemt. De bewoner daarin als vervuilend element.
Hij haalde het privéleven uit de zachte schaduw en zette het in het onbarmhartige licht van de schijnwerpers.
Hij introduceerde de operatiekamer als woonideaal. Strak, kaal, leeg, wit, schoon, proper, helder, smetvrij, goed, zuiver, onschuldig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten