zondag 31 maart 2019

De mens is wel veranderd, hè

Het meer Tislit
Op de televisie was een programma te zien over twee meren in het Marokkaanse Atlasgebergte. De meren heten Tislit en Isli.
Een plaatselijke gids vertelde dat de meren ooit waren gevormd door de tranen van twee geliefden.
"Het ene meer bevat de tranen van de vrouw, het andere de tranen van de man," zei hij.
De programmamaker dacht hier even over na. Toen zei hij tegen de gids:
"De mens is wel veranderd, hè. Tegenwoordig huilt niemand nog zo hard dat er een meer ontstaat."

zaterdag 30 maart 2019

dinsdag 26 maart 2019

Een snorhaar van de overleden poes

Snorhaar van de poes
Het stormde vandaag.

In ons huis stormde het ook, want ik had de ramen open gezet.
Stof vloog door de lucht.
Van onder de bank woei een snorhaar van de overleden poes tevoorschijn.

maandag 25 maart 2019

Moet je eens kijken

Moet je eens kijken hoe helder dat glas water is.
Het trekt zich van z'n directe omgeving helemaal niks aan.
Het heeft alleen maar oog voor het licht.

zondag 24 maart 2019

Ik groet haar op straat

De maan boven ons terras
Ik stond op het terras te roken (morgen stop ik).
Ik zag de maan en een ster.
Een verdieping lager was een vrouw aan het bevallen.
Ik ken haar.
Ik groet haar op straat.
Toen hoorde ik het gehuil van de geborene.
Nog een wereld erbij, nog een maan, nog een ster.

Is ons huis een duidelijk huis met duidelijke dingen?

João Cabral de Melo Neto (1920-1999)
Vannacht sliep Z. (14) in het nieuwe huis van haar vriendin S.
Hoe het daar geweest was, vroeg ik.
Ze dacht even na.
"Het is een duidelijk huis met duidelijke dingen," zei ze.
Dat vond ik mooi gezegd. Ik zag het meteen voor me. Dus zei ik:
"Mooi gezegd. Wat voor duidelijke dingen?"
"Die je voor je ziet," zei ze.
En daarmee was het gesprekje ten einde. Z. stond op van de bank waarin ze was neergeploft en ging naar haar kamer.
Een duidelijk huis met duidelijke dingen. Ik keek om me heen. Was ons huis ook zo'n huis?
Ik klopte aan op de deur van Z.'s kamer. Het is strikt verboden om daar zonder kloppen binnen te komen.
"Kom maar," zei ze.
Ik stak m'n hoofd om de deur.
"Is ons huis ook een duidelijk huis met duidelijke dingen?" vroeg ik.
"Nee."
Toen moest ik denken aan een bundeltje verzen van de Braziliaanse diplomaat en dichter João Cabral de Melo Neto dat ik lang geleden van J. had gekregen. Had hij niet over duidelijke dingen geschreven?
Ja, dat had hij.

De ingenieur 

Licht, zon, de open lucht
omgeven de droom van de ingenieur.
De ingenieur droomt duidelijke dingen:
oppervlakten, tennis, een glas water.

Potlood, tekenhaak, papier;
de tekening, het bouwproject, het nummer:
de ingenieur denkt de juiste wereld,
wereld die geen sluier bedekt.

(Op sommige dagen beklommen wij
het flatgebouw. De dagelijkse stad,
als een door iedereen gelezen krant,
kreeg een glazen en cementen long.)

Water, wind, de heldere lucht,
aan een kant van de rivier, de wolken boven ons,
plaatsen het flatgebouw in de natuur,
groeiend uit eigen eenvoudige krachten.

zaterdag 23 maart 2019

Een mes en een vork uit de RMS Titanic


President Trump spreekt zijn kiezers toe


Daar priemde z'n wijsvingertje alweer in mijn richting

"Opa!"
Boven ons woont een jongetje van drie jaar oud. Hij is nog maar pas geboren. De wereld is nog heel klein voor hem (en heel groot). Als hij mij ziet op onze binnenplaats wijst hij naar mij en roept:

"Opa!"
Ik begrijp dit.
Vandaag zag hij me in Albert Heijn. Ik probeerde me uit de voeten te maken, maar daar priemde zijn wijsvingertje alweer in mijn richting:
"Opa! Opa!"

vrijdag 22 maart 2019

Ook hij heeft de sprong met de polsstok gewaagd

In de Europese geschiedenis wemelt het van de rechtse politici die met een lange polsstok de sprong over het christelijke "drasland" wagen naar de "rotsgrond" van de Grieks-Romeinse oudheid. Op zich is politieke achting voor de antieke wereld niet rechts of populistisch. Tenslotte is de democratie ontstaan op de pleinen en in de polytheïstische tempels van het oude Athene en Rome, en niet in de kerken, de synagogen en de moskeeën van het monotheïsme, waar het democratische ei vermoedelijk nooit zou zijn uitgebroed. Hierover later meer in m'n beoogde wijsgerige hoofdwerk Het Niets, het Ene, het Vele en Alles.

Zo ook Thierry Baudet. Zijn idioom, het logo en de naam van zijn partij – alles laat zien dat ook hij de sprong met de polsstok heeft gewaagd.
Ja, en daar hangt hij nu, hoog boven het drasland. Zal hij erin plonzen? De Russische schrijver Michael Saltikov zei dat een goed politicus iemand is die veel mensen de hand schudt, vriendelijke omgangsvormen cultiveert en geen enkele wet uitvaardigt. In zijn satire De geschiedenis van een stad komt slechts één zo'n goede politicus voor: "Het enige wat hij deed was vrouwen versieren en ermee vrijen. De verlichting en de daarmee gepaard gaande executies zette hij tijdelijk stop."

donderdag 21 maart 2019

Probeer niet van je stoel te vallen van het lachen

De verkiezingen van gisteren zijn gewonnen door Forum voor Democratie. Tegen middernacht hield de leider van de partij, Thierry Baudet, een overwinnings-toespraak. Zoveel kolder voor democratie heb ik nog nooit gehoord (terwijl ik als kolderkundige toch het nodige heb meegemaakt).
Hierbij de door mij samengevatte toespraak in letterlijke citaten. Het is een historische toespraak, dus probeer het serieus te lezen en niet van je stoel te vallen van het lachen:
"De uil van Minerva spreidt z'n vleugels bij het vallen van de avond. Hier staan we dan, te midden van wat ooit de mooiste en grootste beschaving was die de wereld heeft gehad. Een beschaving die alle uithoeken van de wereld bestreek, die vol zelfvertrouwen was en die de mooiste architectuur, de mooiste muziek en de mooiste schilderkunst heeft voortgebracht die ooit onder de sterrenhemel heeft bestaan. Maar net als al die andere landen van de boreale wereld worden we kapot gemaakt door de mensen die ons juist zouden moeten beschermen: onze universiteiten, onze journalisten, onze kunstenaars, onze architecten en bovenal onze bestuurdersmensen die nog nooit een boek hebben gelezen. Wat is hier aan de hand? Men gelooft niet meer in Nederland, niet meer in de Westerse beschaving. En in dat ongeloof, in dat immense vacuüm, is ongemerkt een grandioze ketterij binnen gedrongen, een nieuwe immanente religie, een politieke theologie. Onze bestuurdersze geloven niks meer, maar vereren tegelijkertijd een afgod genaamd duurzaamheid. Honderden miljarden willen zij offeren op het altaar van deze afgod. In de vorm van windmolens, warmtepompen, zonnepanelen en andere projecten die ons niks brengen en alleen maar geld kosten en ons dus heel erg straffen. Ja, het is een masochistische ketterij, dit geseculariseerde zondvloedgeloof dat zich in onze tijd heeft meester gemaakt van de harten en geesten van onze bestuurders. Een manie, vergelijkbaar met de doodscultus die ooit Paaseiland teisterde. En deze duurzaamheidsafgoderij stort niet alleen onze economie in de totale ondergang, hij is ook bedoeld om onze geest, ons zelfbewustzijn nog verder te krenken. Inderdaad, deze klimaathekserij voedt zich met schuldgevoel. Wij moeten boeten. Het is een schuldcomplex dat blijkbaar een uitweg nodig heeft. Maar, beste vrienden, dit is vandaag allemaal afgelopen! Want op deze dag, nu we in deze crisis verkeren, in deze schemer, in deze zonsondergangop deze dag is de uil van Minerva dan toch opgestegen. De kiezers van Nederland hebben net als de uil van Minerva hun vleugels uitgespreid. De uil der wijzen is gaan vliegen en heeft de hele aardkring in beweging gebracht, want deze vleugels zijn niet alleen vleugels om mee te vliegen, het zijn ook wieken om veranderingswind in gang te zetten. Beste vrienden, wij zijn het product van driehonderdduizend jaar evolutie. Wij hebben meerdere ijstijden overleefd, wij hebben mammoeten gevloerd, en nu zijn wij weer naar het front geroepen, om te vechten, te strijden."

woensdag 20 maart 2019

De vlag van de koning mag niet halfstok hangen

De koninklijke standaard wappert
Gisteren hingen alle vlaggen halfstok in verband met het bloedbad in de Utrechtse tram, behalve de koninklijke standaard oftewel de vlag van de koning.
Ja, de koning heeft een eigen vlag, die wappert op zijn koninklijke verblijven als hij in het land is; en die hing niet halfstok, want dat kan niet of mag niet. Waarom kan of mag de vlag van de koning niet halfstok hangen? Ik kon geen antwoord vinden op de vraag, behalve op Wikipedia. Daar staat: "De vlag van de koning mag niet halfstok hangen omdat de vlag van de koning niet halfstok mag hangen."

Ik wil ook een eigen vlag hebben die wappert op mijn huis als ik in het land ben.
Vroeger had ik helemaal geen oog voor vlaggen, maar nu vind ik vlaggen mooi en interessant, vooral als er een volkslied bij gespeeld worden. Het Engelse volkslied God Save The Queen bijvoorbeeld is erg mooi. Het werd geschreven door de Duitse componist Georg Friedrich Händel en is gebaseerd op het lied Grand Dieu Sauve Le Roi, dat de Franse hofcomponist Jean-Baptiste Lully in 1686 schreef voor de anus van Lodewijk de Veertiende.
De Zonnekoning had een ernstige aandoening aan zijn anus, waaraan hij meerdere keren geopereerd moest worden; om het leed te verzachten speelde een strijkje
tijdens de operatieshet liedje van Lully, dat nu dus het Engelse volkslied is.

maandag 18 maart 2019

Grootse dingen lagen voor mij in het verschiet

Hiernaast zie je een portret van Modest Moussorgski, de beroemde componist van de pianosuite Schilderijen van een tentoonstelling. Het portret is geschilderd door Ilja Repin en je kunt goed zien dat de componist niet vies was van een slokje. Toen ik een jaar of vijftien was luisterde ik vaak naar Moussorgski's Schilderijen van een tentoonstelling. Ik zette de plaat op als ik naar bed ging en viel in slaap terwijl de muziek nog bezig was, meestal tijdens De grote poort van Kiev. O, wat vond ik dat mooi. Grootse dingen lagen voor mij in het verschiet.
's Morgens werd ik wakker met het getik van de naald in de uitloop van de groef. De arm van m'n platenspeler ging namelijk niet automatisch omhoog en terug naar de beginstand om uit te rusten; zo'n geavanceerde platenspeler kon ik pas kopen nadat ik een hele zomervakantie in een doodskistenfabriek had gewerkt (mijn taak was om binnenvoeringen in de kisten te nieten met een nietmachine). Ik wist toen niet dat Moussorgski op z'n tweeënveertigste stierf door overmatig drankgebruik. Ook wist ik niet dat hij onderdeel uitmaakte van een groep van vijf Russische componisten die Het Machtige Hoopje¹ werd genoemd. Wat een mooie naam.
 

¹Zie hier hoe die naam tot stand kwam

zondag 17 maart 2019

Venkel is de nozem onder de groenten

Hoe was het?

Het open en grootstedelijke plein
Bij ons op de eilanden ontstaan twee nieuwe pleinen. Het ene is op Sporenburg. Dat plein is grootstedelijk en open.
Het andere is op het Cruquiuseiland. Dat plein is juist dorps en besloten.

Het is onbekend hoe de pleinen gaan heten.

Ik ben op beide pleinen even gaan zitten.
"Hoe was het om er te zitten?"
"Wel, het was goed. Zowel de openheid van het ene als de beslotenheid van het andere is geslaagd."

zaterdag 16 maart 2019

Toen ik nog rookte wist ik niet dat ik een monnikskapspier had

Sigarettenrook zonder sigaret
Op 23 mei 2016 stopte ik eindelijk met roken. In plaats van sigaretten kocht ik kauwgum. Ik stopte het ene kauwgumpje na het andere in m'n mond om niet aan sigaretten te denken. Ik kreeg allerlei lichamelijke ongemakken.
M'n buik werd steeds dikker.
M'n conditie ging achteruit.
M'n darmen werkten niet meer naar behoren.
M'n binnenste knieband begaf het tijdelijk.
M'n monnikskapspier verkrampte.
Toen ik nog rookte wist ik niet dat ik een monnikskapspier had.

Ik ging naar de kneedster (de fysiotherapeute). Ze verwees me naar de sportschool. Ik heb nooit zo veel gerend, geroeid en gefietst als in de dagen dat ik gestopt was met roken. Ik kwam binnen in de sportschool en begon te rennen, te roeien en te fietsen, nergens heen. Als je met eigen ogen wil zien wat vooruitgang te betekenen heeft, dan moet je naar de sportschool gaan, waar ze met een enorme krachtsinspanning geen meter vooruit komen en toch allemaal met de borst vooruit lopen. Vorig jaar september begon ik weer met roken. En nu ga ik weer stoppen.

donderdag 14 maart 2019

Hij heeft meer tijd dan gewone stervelingen

Pizzabodem, zwevend
Ik wil me opgeven voor de opleiding tot pizzaiolo. Een pizzaiolo is een pizzamaker. De opleiding leert je alle kneepjes van het pizzamaken. Bijvoorbeeld hoe je het deeg op het puntje van je vinger moet laten ronddraaien, in de lucht gooien en weer opvangen. Toen ik studeerde was er in de Leidsestraat een pizzeria waar een pizzaiolo in de etalage stond die al die bijzondere pizzakunsten uitvoerde. Vaak maakte ik
van de universiteit naar huiseen omweg om hem te zien.
Het was wonderbaarlijk hoe een deegbol onder zijn handen binnen een paar minuten veranderde in een boven zijn hoofd zwevende ufo. En met een gemak! Hij zag zelfs kans om naar me te zwaaien en een trekje te nemen van zijn sigaret terwijl de pizza boven hem in de lucht hing. Waaraan herken je de maestro? Hij heeft meer tijd dan gewone stervelingen.

woensdag 13 maart 2019

Maar ze was er niet

Ze was er niet
Gisteren speelde M. (17) nog een
smurf in het afscheidstoneelstuk van de lagere school en vandaag doet ze eindexamen op de middelbare school. Gelukkig neemt ze na het eindexamen een jaar vrij van de snel gaande tijd. Ik wilde haar fotograferen, studerend op haar kamer, maar ze was er niet, zoals op de foto te zien is.

Z.'s doeken wapperen aan de waslijn in de wind van 12 maart 2019


maandag 11 maart 2019

Een kwart eeuw later

Het stempel in Een geschiedenis van god
Op 2 oktober 1995 kocht ik het boek Een geschiedenis van god.

Ik weet de dag nog zo precies omdat ik er toen met een stempel een datum in heb gezet.
Bijna een kwart eeuw bleef het boek ongelezen door mij.
Een paar dagen geleden pakte ik het van de plank om het stof eraf te blazen, en het viel uit m'n handen op de grond.
Ik begon te lezen waar het was opengevallen.
Wat een goed boek is het! Veel beter dan bijvoorbeeld het boek Mythos van Stephen Fry, die van de Griekse godenwereld een pretpark maakt.
Karen Armstrong schrijft over een onderwerp dat m'n belangstelling heeft, namelijk de monopolisering van het transcendente door het klierige* concept van het Ene en Enige ("Er is maar één god"). Een en ander in verband met m'n beoogde wijsgerige hoofdwerk Het Niets, het Ene, het Vele en Alles.
Zo zie je maar weer dat sommige boeken eerst als kokosnoten op de grond moeten vallen en openbarsten voordat je eraan kunt beginnen.

* "Klierig" is mijn woord, niet het hare. 't Is een goed woord vind ik, heel bruikbaar.

zondag 10 maart 2019

Soms wist Henri Michaux niet hoe hij iets onder woorden moest brengen

Robert Crumb (zelfportret)
1.
One more look at the
past and we're out.
Deze zin zei gisteren iemand die bij ons te gast was. Wat een mooie zin. Hij komt uit een lied.

2.
Soms wist de schrijver Henri Michaux (1899-1984) niet hoe hij iets onder woorden moest brengen. Dan schakelde hij in één vloeiende beweging en met dezelfde pen direct
over van schrijven op tekenen (bijvoorbeeld in het boek Miserabe Miracle uit 1972). 

3.
Salomo Friedländer is een vergeten filosoof. Hij leefde van 1871 tot 1946. Zijn bekendste vergeten boek gaat over onverschilligheid.
 

4.
De tekenaar Robert Crumb is gestopt met het tekenen van vrouwen. "I'm no longer a slave to a raging libido," zegt hij in The Guardian.
Wat jammer.
 

5.
Soms wordt er iets gezegd dat waar is.
 

6.
Wat een klier was de eenarmige pianist Paul Wittgenstein (hij had z'n rechterarm verloren in de eerste wereldoorlog).
Maurice Ravel componeerde een concert voor zijn linkerhand, maar dat wilde hij alleen spelen met door hemzelf aangebrachte verbeteringen.
Paul Hindemith componeerde een concert voor zijn linkerhand maar dat wees hij af en hij verbood anderen om het te spelen zolang hij nog leefde.
Ook Prokovjev schreef een concert voor zijn linkerhand. Dat wilde hij niet spelen omdat hij er "geen noot van begreep".
Paul was de broer van Ludwig Wittgenstein, de filosoof. Ook zo'n klier. Ludwig werd zeer bewonderd door W.F. Hermans, ook een klier. (Ik heb een neusje voor klieren).*

* Uit m'n nieuwe serie Klieren

vrijdag 8 maart 2019

Ze aarzelde geen moment

Het omslag van Veel mensen vielen in zee
M. (17) had in een week tijd de volgende vijf boeken gelezen:

Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch;
Ik heb altijd gelijk van W.F. Hermans;
De avonden van Gerard Reve;
Terug naar Oegstgeest van Jan Wolkers;
Veel mensen vielen in zee van Peter Bekkers (dat ben ik).
Ik vroeg haar welk boek ze het beste vond. Ze aarzelde geen moment:
"Jouw boek," zei ze.

donderdag 7 maart 2019

In 1970 vocht ik met de zoon van de boekhouder

1970 Van binnen voelt het leven uitgestrekt en langdurig als een wereldrijk.
En zoals wereldrijken, zo kennen ook levens hun hoogtijdagen. Dagen van maximale spanning, schoonheid, vitaliteit, vrolijkheid, diepzinnigheid, verspilling, zorgeloosheid, kracht, uitzicht. Alles daarvoor is prelude, voorbereiding, oprit. Alles daarna is epiloog, ontspanning, afrit. En tussen oprit en afrit: de brug, gespannen over de afgrond, trillend, bevend, zingend, oersterk, alles op het spel zettend.
Jongens worden almachtig geboren, in het centrum van de aandacht, in het hart van de wereld, overtuigd van hun lichamelijke en geestelijke onverslaanbaarheid. Langzaam maar zeker wordt hun die illusie ontnomen, bijvoorbeeld door verloren vechtpartijen op straat.

In de lente van 1970 vocht ik met de zoon van de boekhouder die tegenover me in de straat woonde. Ik had zijn kracht onderschat. Hij was oersterk en hield me met z'n benen in een houdgreep. Ik moest smeken om losgelaten te worden.
"Geef toe dat ik sterker ben dan jij," zei hij.
Ik zweeg. Dat nooit.
De houdgreep werd knellender. Ik stikte nu bijna.
"Geef het toe."
Het ging bergafwaarts met m'n almacht, maar op rolschaatsen was ik voorlopig nog de snelste. De rolschaatsen met de ijzerbeslagen wieltjes, die elke ondergrond haarfijn registreerden en doortrilden naar m'n lichaam. Het heerlijke stille zweven op het gladde asfalt, het ritmische getikketik op de trottoirs waardoor m'n hele wezen iets regelmatigs kreeg. Het bochtenwerk had ik afgekeken van Ard Schenk: de linkerarm op de rug, de rechterarm vrij zwaaiend. Ard Schenk was het mooist bewegende wezen dat ik ooit gezien had. Hoe hij bewoog deed me denken aan een dier. Een groot, sterk, verdrietig, soepel, gevangen dier.

1973 - Hoe kon je weten of je echt verliefd was? Nou, bijvoorbeeld door haar naam op te schrijven. Als er een golf van warmte door je heen ging terwijl je haar naam schreef; als het schrijven van de letters van haar naam voelde als het losmaken van de knoopjes van haar blouse, dan was je echt verliefd. Op een dag vroeg I.'s beste vriendin:
"Hebben jullie wat met elkaar?"
Alleen al door dat jullie voelde ik me met I. verbonden op een manier die me zowat deed wankelen van opwinding. Jullie! In de taal waren we al samen.
Jawel, ik was wat ze noemden een dromer, een fantast. In die tijd, lang voor de komst van het internet, moest je wel een dromer en een fantast zijn om niet door de realiteit verpletterd te worden. Dus voelde ik me al rijk als iemand maar dácht dat ik rijk was, begeerd als iemand maar dácht dat ik begeerd werd. Dan hoefde het in het echt al niet meer zo. In feite was ik geschapen voor de virtuele wereld, de tweede, parallelle wereld die decennia later zou losbarsten. Ik was geschapen voor het fictieve leven, voor de fictie.
I. woonde drie huizen verderop. Meestal ging ik naar haar toe, maar soms kwam ze naar mij. Niemand was ooit op die onhoudbare, onstuitbare manier van de liefde naar me toegekomen. De eerste keer dat dit gebeurde stond m'n hart stil: "Ze komt voor mij."
O, de warmte en de geur van haar lichaam, haar borsten die ik mocht aanraken wanneer ik er maar zin in had, haar zachte buik met het verzonken knoopje van haar navel (umbilicus mundi).
Eén van de wonderen van de liefde is dat je heel dichtbij iemand mag komen. Het aanraakterritorium, het vrij aanraakbaar huidoppervlak wordt in één klap zowat verdubbeld. De liefde is een uitbreiding van het je bij geboorte toegemeten quantum vlees en bloed: je krijgt er een lichaam bij.

Parfum, oogschaduw, eyeliner, mascara, rouge, deodorant, gezichtsmasker, shampoo, conditioner, scheerschuim, lipliner, lippenstift, nagellak, nagelakremover, dagcrème, nachtcrème, borstels, kwastjes, kammen, watten, staafjes, stokjes, schijfjes, spateltjes, pincetten, schaartjes, scheermesjes, nagelvijl, wimperkruller, krultang, föhn, scheerapparaat.

I. had meer opmaakspullen dan m'n moeder en al m'n zussen bij elkaar. Elke ochtend stond ze een uur voor de spiegel; op zaterdagochtenden wel twee uur. Als laatste maakte ze altijd haar grote donkere ogen op met zwarte en gouden oogschaduw. Haar ogen werden daardoor nog mooier, groter en donkerder dan ze al waren, ongeveer zoals de ogen van De engel met het gouden haar, een Russisch icoon dat bij haar thuis aan de muur hing.
Gods hand had dat icoon geschilderd, beweerde haar moeder.
Zo ongeveer dacht ik ook over I., al was ik niet gelovig. Gods hand had haar geschilderd.

(Uit: Peter Bekkers, Eeuwige bouillon, Uitgeverij Opera Non Scripta, d.d. in de zomer van de koekoek)

woensdag 6 maart 2019

Nu klink ik net als professor Nietzsche

Messina (19-de eeuw)
Ik heb een paar dagen geleden iets gevonden waar ik al lang naar op zoek was
iets bevrijdends. Helaas kan ik er niet over uitweiden; het is geheim.
De mensen op straat en in de winkels voelden mijn bevrijding. Het leek wel of iedereen met me wilde met praten. Drie vrouwen flirtten openlijk met me.
Hé, nu klink ik net als professor Nietzsche. In de zomer van 1882 was hij de enige passagier op een vrachtzeilschip op weg naar Sicilië. Bij aankomst in Messinaeen havenstad in het noordoosten van Siciliëverbaasde hij zich over de vriendelijkheid en tegemoetkomendheid van de mensen. In een brief aan een vriend vroeg hij zich af "of er soms iemand achter me meereist die de mensen voor me inneemt." En in 1888, niet lang voor z'n geestelijke instorting, schreef hij aan dezelfde vriend vanuit z'n hotel in het Zwitserse Engadin: "Iedereen wil graag aan me voorgesteld worden en met me praten. Sommige knappe meisjes maken me openlijk het hof!"

De lever zit heel ergens anders

De lever
Ik had pijn in m'n zij, iets boven de heup. Ik was er nogal op gefixeerd, op die pijn, omdat ik dacht dat het m'n lever was die protesteerde, namelijk tegen de alcohol die hij dagelijks moet afbreken.
Ik stopte met drinken.
Maar vandaag bedacht ik dat ik helemaal niet weet waar de lever precies zit. En wat blijkt? De lever zit heel ergens anders dan waar ik de pijn voelde. Niet onder in m'n zij, vlak boven de heup, maar veel hoger, in de borstkas, vlak onder m'n hart. Meteen verhuisde de pijn daarnaartoe.