Gods koetje |
Ze zag een lieveheers-beestje en ze zei tegen haar zusje N.: "Ik zag een heersbeestjes."
Heersbeestje! Wat een goeie naam voor homo sapiens!
De Russische naam voor het "heersbeestje" is: gods koetje (божьи коровки).
Courtesy PdW
Het stationnetje van Aracataca |
2.
Voor het uitzonderlijke hebben wij misschien geen geschikt geheugen.
3.
Er leven tal van kleurige en lawaaiige papegaaien bij mij in de straat (in de bomen). Het lijkt hier wel Aracataca. Zou dat komen door de veranderingen? De klimaatveranderingen bedoel ik.
4.
Alle oorlogen komen voort uit het verlangen om "één te worden", "één te zijn". Als het niet zo treurig was, zou het ontroerend zijn.
5.
Ik wil de verzamelde epigrammen van Martialis gaan kopen. Hij leefde van ongeveer 793 tot 857 AUC*, dat is van ongeveer 40 tot 104 na het begin van de christelijke jaartelling. Ik heb over hem gelezen in het boek Papyrus van Irene Vallejo en ik mag hem graag. Hij schaamt zich helemaal niet om reclame te maken voor zijn eigen werk:
Je wilt mijn boekjes bij je
hebben, overal?
Je zoekt gezelschap voor
een lange reis?
Dan koop ze! Dikke pillen
zijn het niet. Neem kisten
voor de groten – ik pas
in één hand.
Maar waar ben ik te koop?
Ik geef je die informatie.
Dwaal niet doelloos rond,
neem mij als gids:
de winkel van Secundus,
de geleerde, bij de
Vredestempel: dáár.
Bij Nerva's Forum.
6.
P. te A.: "Morgen is een belangrijke voetbaldag."
M. te W.: "Geweldig, zo'n belangrijke voetbaldag."
7.
Ik
zag een nieuwe reclame van Toyota: "Toyota zuivert de lucht".
Voor veel mensen is de taal een hogere autoriteit dan
de werkelijkheid.
8.
Iemand vertelde me dat hij vroeger een christen was maar dat hij nu een atheïst is.
"Waarom een atheïst," zei ik, "er zijn duizenden goden mogelijk."
Nee, dat vond hij niet.
Nog steeds een christen.
9.
Hij woont al twintig jaar bij mij in de straat en hij heeft me nooit gegroet. Nu groet hij me opeens. Zal ik terug groeten?
* Ab Urbe Condita (vanaf de stichting van de stad Rome)
1.
2.
Over gaten in sokken (over voelen en weten): "Je voelt ze misschien niet, maar je weet dat ze er zitten en daardoor voel je ze toch."
3.
Ik werd op straat aangesproken door een man.
Hij zei: "U bent toch historicus? Weet u misschien een goed boek over slavernij? De familie van mijn vrouw heeft een slavernijverleden en daar is weinig over geschreven. Mijn opa is omgekomen in Auschwitz, maar daar is veel over geschreven."
Hoe wist die man dat ik een historicus ben?
4.
Ik kijk niet meer naar tennis. Djokovic wint alles. Ik vind onoverwinnelijkheid een vervelende eigenschap.
5. (Kort gesprekje met Z.)
"Pap?"
"Ja?"
"Wil je even de moisturizing curl activation cream brengen? Het is een witte fles met gele letters, hij staat op tafel."
6.
Een dikke bromvlieg kwam plots binnen vallen door het open raam. Hij vloog breeduit en stuurloos in het rond en precies zo vloog hij ook weer naar buiten.
Suikermeloen |