donderdag 16 mei 2013

Wat kunnen de Engelsen zingen

H.'s buurman
Vandaag had ik een afspraak met D. in café Américain op het Leidseplein. Ik had hem al een paar jaar niet gezien.
Hij was er niet.

Ik had opeens veel tijd, dus liep ik via de Leidsestraat, het Spui, en de Nieuwezijds Voorburgwal naar huis.
Ik kocht een krant bij de kiosk van boekhandel Athenaeum.
Overal liepen groepjes Engelse voetbalsupporters luid en prachtig te zingen, tot schrik en vermaak van voorbijgangers.
Wat kunnen de Engelsen zingen!
De bedeesde Portugezen hoorde je niet, hoewel die ook een roemrijk zeevarend verleden hebben.
Ik betreurde het dat ik nooit met voetbalvrienden luid zingend door de straten van vreemde steden had gezworven.

Op de hoek van de Paleisstraat en de Nieuwezijds Voorburgwal liep ik H. tegen het lijf. Die had ik ook al vele jaren niet gezien.
Het was een vrolijk weerzien. Hij zag er goed uit, mooi gekleed in een deftig streepjespak, grijs geworden maar niet oud: een heer van stand (hij is een buurman van de koning moet je weten).
We gingen naar zijn huis en het was net alsof er tussen deze ontmoeting en de vorige geen twintig jaar verstreken was, maar een minuut
de minuut die hij nodig had om iets te drinken te halen uit de keuken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten