zondag 5 mei 2019

Kom maar, regentje, kom maar

Juan Rulfo 1917-1986
Er zijn dolende zielen, zielen die geen rust kunnen vinden. Ik ken er.

De Mexicaanse schrijver Juan Rulfo heeft over ze geschreven in zijn boek Pedro Paramo. Ik verzeker je dat het geen pretje is om dat boek te lezen. O, het is verschrikkelijk. Maar het is ook schitterend. Hier 14 citaten eruit:

1.
'Is ze gestorven? En waaraan?'

'Dat weet ik niet. Misschien wel van verdriet. Zij zuchtte altijd veel.'
'Dat is niet goed. Iedere zucht is een golf leven die uit je wegspoelt.'
2.
'Mijn meisje gaf me een zakdoek met zoompjes van tranen.'
3.

'Hoor je me niet?' vroeg ik zacht.
En haar stem antwoordde mij:
'Waar ben je?'
'Ik ben hier, in je dorp. Bij jouw mensen. Zie je me niet?'
'Nee, jongen, ik zie je niet.'
Haar stem leek alles te omspannen. En ver buiten de aarde ging hij in de ruimte verloren.
'Ik zie je niet.'
4.
'Ik had het koud. Ik wilde teruggaan omdat ik dacht dat ik daardoor de warmte terug zou vinden waar ik pas uit gekomen was, maar ik merkte al gauw dat de kou van binnenuit mijzelf kwam, uit mijn eigen bloed.'
5.
'Kom maar, regentje, kom maar. Val maar net zo lang tot je er moe van wordt. Vergeet niet dat we alle grond voor je opengelegd hebben zodat je er plezier van zou hebben.'
6.
'En je ziel, waar denk je dan dat die is heen gegaan?'

'Die zal wel over de aarde zweven als zoveel andere, op zoek naar mensen die voor haar willen bidden.'
7.
'Ik kan mezelf niet vergeven. Maar u wel, vader. Daarom kom ik bij u.'

'Hoe vaak ben je niet hier geweest om me te vragen je naar de hemel te sturen als je zou sterven. Maar luister, je kunt niet meer naar de hemel. Maar God vergeve het je.'
'Dank u, vader.'
8.
'Die nacht was God bij mij.'
9.
'Zij hoort hoe de nacht heen en weer geslingerd wordt door de geweldige stoten van de onrustige wind.'
10.
'Waar dienen mijn armen nog toe als ik ze niet meer om zijn hoofd kan leggen? Waar zijn mijn van verdriet stukgebeten lippen nog goed voor?'
11.
'In de allereerste momenten van de ochtendstond beweegt de dag af en toe; men kan de vastgeroeste scharnieren van de aarde bijna horen knarsen en men voelt het trillen van deze oude aarde die het duister van zich afwerpt.' 
12.
'Buiten spetterde het zonlicht op de wereld.'
13.
'Ze zeggen dat de gedachten die je meeneemt in je slaap recht naar de hemel gaan. Ik hoop maar dat de mijne zo hoog komen.'
14.
'Geef me nog een kwart litertje, moeder Villa. En als u me een beetje meer wilt geven dan zeg ik niet nee.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten