dinsdag 30 juli 2013

Over dagdromen

Het is wonderlijk dat een mens tegelijkertijd heel veel kan willen en niks doen.
Ik bedoel, uit het oogpunt van efficiënt energieverbruik
is het vreemd dat er geen chemisch-elektrisch automatisme in de hersenen bestaat dat deze combinatie eenvoudigweg uitsluit. Zoals het uitgesloten is om, bijvoorbeeld, tegelijkertijd te slapen en wakker te zijn.
Al houd ik wel erg van de activiteit die samenhangt met het tegelijkertijd veel willen en niks doen, namelijk het dagdromen. En ook van het type mens dat zich graag overgeeft aan deze vorm van energie- en tijdverspilling.
Misschien is de menselijke soort wel helemaal niet ingesteld op zelfbehoud, zoals Darwin beweert, maar juist op zelfverkwisting. Dat zou niet gek zijn en een hoop verklaren.
Ik denk dat de dagdromer voornamelijk van de zogenoemde doener verschilt op het gebied van de perceptie van tijd (zoals misschien bekend ben ik bezig met het formuleren van een nog nooit eerder vertoonde, zuiver op navelstaren gebaseerde psychologie op basis van onze perceptie van tijd).
Sommige mensen worden geboren met het gevoel dat ze maar weinig tijd hebben. Anderen met het gevoel dat de hun bemeten tijd oneindig is. Onder die laatsten bevinden zich de dagdromers, de besluitelozen en de knagers aan eigen vleugels.
Als ex-dagdromer durf ik de stelling te verdedigen dat het dagdromen, het besluiteloos-zijn en het knagen aan eigen vleugels ophoudt wanneer eindelijk het zegenrijke besef van de eindigheid de twijfel aan de onsterfelijkheid zich aandient.

Uit de serie Bijdrage aan een psychologie op basis van onze perceptie van tijd
Uit de serie De tijd

3 opmerkingen:

  1. Nu zet je dagdromen neer als iets negatiefs an sich, terwijl dagdromen juist heel goed is. Het is pas problematisch als je alleen maar dagdroomt, terwijl je er niets mee doet en je echte leven instort, maar dat heeft niets met het dagdromen te maken. Dat is gewoon lamlendigheid. Je moet altijd een dagdromer blijven, maar indien nodig een ex-lamlendige worden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het is niet negatief bedoeld, integendeel. Ik hou juist van dagdromers, al heeft het iets prenataals, embryonaals, iets wittigs en zachts en verfijnds - iets decadents! - en gaat het stilzwijgend uit van een veilige, beschermende omhulling die er welbeschouwd niet meer is vanaf het moment van de, eh, geboorte. Het hele basisbeginsel van de strijd om het bestaan ontbreekt.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Een wereld vol dagdromers, ja, dat zou mooi zijn. Alle ellende komt in de wereld doordat mensen niet gewoon thuis kunnen blijven (Blaise Pascal).

    BeantwoordenVerwijderen