Chateaubriands maîtresse, de Parijse schoonheid Juliette Récamier ("La belles des belles") |
Hij haalt die twee er in zijn mémoires om de haverklap bij.
Zoals in deze passage over Rome:
"Rabelais is het niet eens met Montaigne, die vrijwel geen klokken in Rome heeft horen luiden, in elk geval veel minder dan in het eerste het beste Franse dorpje. Rabelais hoort juist heel veel klokgebeier in Rome."¹
Of in deze passage over de aantrekkingskracht van jonge vrouwen op oude mannen:
"Och, mijn goede Montaigne, op onze leeftijd rest ons nog maar één ding: onszelf terzijde te schuiven."³
"Och, mijn goede Montaigne, op onze leeftijd rest ons nog maar één ding: onszelf terzijde te schuiven."³
¹ Zij zijn (waren) schrijvers. Chateaubriand uit de achttiende eeuw, die andere twee uit de vijftiende en zestiende eeuw.
² Uit: François René de Chateaubriand / Mémoires d'outre-tombe (Memoires van over het graf) / 1841
³ Idem (Maar Chateaubriand schoof zich niet terzijde, zie afbeelding!)
² Uit: François René de Chateaubriand / Mémoires d'outre-tombe (Memoires van over het graf) / 1841
³ Idem (Maar Chateaubriand schoof zich niet terzijde, zie afbeelding!)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten