1.
Een mens kan tegelijkertijd veel willen en niks doen.
Het is opvallend dat er geen automatisme in de hersenen of het zenuw-stelsel bestaat dat deze combinatie uitsluit (zoals het uitgesloten is om, bijvoorbeeld, tegelijkertijd te slapen en wakker te zijn).
2.
Een vaak voorkomende vorm van tegelijkertijd veel willen en niks doen is het dagdromen.
Het is aangenaam om je over te geven aan deze vorm van tijdverspilling.
De menselijke soort is misschien helemaal niet ingesteld op zelfbehoud, zoals Darwin beweert, maar op zelfverkwisting. Dat zou niet gek zijn en een hoop verklaren.
3.
De dagdromer verschilt vooral van de zogenoemde doener op het gebied van de perceptie van tijd.
Sommige mensen worden geboren met het gevoel dat ze maar weinig tijd hebben. Anderen met het gevoel dat de hun bemeten tijd oneindig is.
Onder die laatsten bevinden zich de dagdromers, de besluitelozen en de knagers aan eigen vleugels.
5.
Ik vermoed dat het dagdromen, het besluiteloos-zijn en het knagen aan eigen vleugels ophoudt wanneer het besef van de eindigheid (de twijfel aan de onsterfelijkheid!) zich aandient.
Uit de serie Bijdrage aan een psychologie op basis van onze perceptie van tijd
Uit de serie De tijd