maandag 28 januari 2019

Voor het begin en na het einde van de wereld

De megafoon van tijd en ruimte
Het monotheïsme heeft voor het begin van de wereld het niets geplaatst en na het einde van de wereld de eeuwigheid.
Zo kon de autoriteit van de ene en enige god worden gevestigd (ik kom later nog op deze tovenaars-metafysica terug
een en ander in samenhang met m'n psychologie op basis van onze perceptie van tijd).
Waar het nu om gaat is dat de wereld (het leven) zowel ruimtelijk als tijdelijk kelkvormig, trompetvormig of megafoonvormig werd gemaakt door het monotheïsme. Aan het begin (het mondstuk) het kleine niets of bijna-niets, aan het einde (dat dus geen einde is) de brede, oneindig uitkragende beker van de eeuwigheid.
Deze morfologie van een begin-uit-het-niets en een verdere eindeloosheid was, toen die een paar millennia geleden door het monotheïsme werd opgehoest, absoluut nieuw in de wereldgeschiedenis en subliminaal ontzaglijk invloedrijk (vormdwang). Zo is bijvoorbeeld het nu vigerende beeld van het universum monotheïsmevormig: een begin uit het niets, waarna een oneindig uitkragende voortgang: de megafoon van het ene en enige.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten