vrijdag 4 januari 2013

Het waait altijd op de Diemerzeedijk

De waterspitsmuis
Als je op de Amsterdamse Brug de trap naar beneden neemt richting IJburg, dan kom je op de Diemerzeedijk.
Het is een van de oudste dijken van Nederland. Hij ligt daar al sinds de dertiende eeuw.
Het is prettig om er te zijn (dat vindt ook de waterspits-muis). Ik kom er een paar keer per week, want mijn auto staat er geparkeerd ter hoogte van de jachthavens die niet pittoresk zijn (ze zien er woest en roestig uit, als schroothandels).

Het waait altijd op de Diemerzeedijk. De dijk werd aangelegd om Amsterdam te beschermen tegen de Zuiderzee.
Burgemeester Jan Six had er een buitenhuis.
En Nescio's titaantjes kwamen er vaak.
"En dan gingen we de zon zien opkomen aan de Zuiderzee. Bavink wilde naar de zon lopen over de lange schitterende streep. Maar aan de kant van 't water bleef ie toch maar staan. Ik herinner me dat we op een keer aan zee kwamen, toen de halve zon groot, koud en rood aan de kim stond. Bavink sloeg met z'n vuist tegen z'n voorhoofd: 'God, god, dat schilder ik nooit, dat kan ik nooit.'"

Wie het wél kon was Rembrandt, die ook vaak aan de Diemerzeedijk te vinden was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten