Ik stond op de pont naar de overkant van het IJ.
Ik voelde opzij van mij een intense belangstelling voor mij.
Ik keek opzij en inderdaad, iemand keek naar mij.
Hij lachte naar mij.
Hij zat in een kinderzitje achterop een fiets.
Ik zwaaide naar hem en hij zwaaide terug met zijn minihandje.
Het was duidelijk dat hij graag met mij wilde praten dus ging ik wat dichterbij staan.
En toen hebben we het de rest van de overtocht gehad over het enige waar hij verstand van had, namelijk hele, heele, heeele grote boten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten