woensdag 21 december 2011

Het kruispunt bood een nette en ordelijke aanblik

Rood stoplicht
Het was half tien in de avond. Halverwege het zebrapad tussen het Concertgebouw en het Museumplein stonden twee politieagenten te controleren of iedereen zich wel netjes aan de verkeersregels hield. Ze waren de opvallendste figuren in de wijde omgeving. Ze droegen fluorescerende gele vesten met fel oplichtende witte strepen op de borst en op de rug.
Het geel en wit van hun vesten en het rood van het voetgangersstoplicht, fel als een mistlamp, kon niemand ontgaan. Vandaar dat iedereen braaf stond te wachten, hoewel er geen auto's of trams aankwamen.
Het kruispunt bood een aanblik van ongewone ordelijkheid en netheid
.
Maar een paar jongens, druk in gesprek en met een gezamenlijke joint zo groot als een tuba, naderden het zebrapad, liepen door het rood en botsten al pratend en rokend zowat tegen de twee agenten op. Ik kon goed horen wat de agenten zeiden en die jongens moesten gewoon steun zoeken bij elkaar om niet op de grond te vallen van het lachen. En ze konden zichzelf helemaal niet meer in bedwang houden toen de agenten iets begonnen te vertellen over het belang van verkeersregels. En je snapt wel dat het totaal onhoudbaar werd allemaal toen de bonnenboekjes tevoorschijn kwamen.
"Naam?"

1 opmerking:

  1. Soms lijken verkeersregels wel eens overbodig ja. Maar je moet toch ergens de grens stellen.

    BeantwoordenVerwijderen