De Tielemannen waren in de jaren twintig van de vorige eeuw groot geworden met handel in sinaasappels en koffie, en ze waren weer klein geworden door de beurskrach van 1929.
"Zo gewonnen, zo geronnen," had Frederiks grootvader laconiek opgemerkt. Een jaar later, in 1930, schoot hij zich door het hoofd, omdat hij bij nader inzien de schande niet kon verdragen.
Die wandaad had een kille schaduw geworpen over het gezin Tieleman. De weduwe verhuisde met haar drie zonen noodgedwongen van het landgoed op de Veluwe naar een flat in een buitenwijk van Amsterdam.
Hun verdere leven was een mijmering over vergane glorie.
Zoals alle intelligente verliezers was Tieleman overgevoelig voor symboliek, dus toen de vrouw met de sinaasappels en de koffie hem op de schouder tikte, kwam het hem voor alsof de geschiedenis zelf hem tot de orde riep.
Terwijl het langzaam richting kassa ging, draaide hij zich om.
[Wordt ooit vervolgd]
Uit de serie Sinaasappels en koffie